In 2025 moet minimaal 35% van het organische substraat uit hernieuwbare grondstoffen bestaan, is de ambitie. Een doel dat zeker voor de boomkwekerij haalbaar lijkt. Veenvrij lijkt vooralsnog echter een brug te ver.
Veenvrij zie ik vooralsnog niet gebeuren”, meent Ted Vollebregt, voorzitter van de Vereniging Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland (VPN). „Maar je moet je ook afvragen of dat daadwerkelijk wenselijk is.”
Eind juli dit jaar heeft een coalitie bestaande uit LTO Vakgroep Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen, Glastuinbouw Nederland, Tuinbranche Nederland, RHP, VBN, VBW, VGB, VHG en VPN bij minister Schouten aangegeven in overleg te willen over een gezamenlijke aanpak waarin wordt gekeken naar de kwaliteit, veiligheid, teeltzekerheid en duurzaamheid van potgrond- en substraten. Volgens deze brede coalitie moet in de aanpak een geharmoniseerde LCA-methodiek, verantwoorde veenwinning en het gebruik van hernieuwde grondstoffen centraal staan. „Die LCA’s zijn belangrijk”, meent Vollebregt.