De bastaardsatijnvlinder zie je in Nederland vooral langs de kust. Met name de rups van deze witte vlinder zorgt voor overlast. Hoewel ze minder massaal voorkomen dan de eikenprocessierups, nemen ze in het duingebied in aantal toe en zorgen ze met hun venijnige brandharen voor gezondheidsklachten.
De bastaardsatijnvlinder (Euproctis chrysorrhoea) is een nachtvlinder die in Nederland vooral in het duingebied en op de Waddeneilanden voorkomt. Toch zijn de vlinders de afgelopen jaren ook waargenomen in Friesland, Groningen, Drenthe, Flevoland, Overijssel en Noord-Brabant. Het is de rups die voornamelijk voor overlast zorgt. Hij heeft verschillende soorten bomen en struiken op het menu staan, waarbij duindoorn, meidoorn, zomereik, berk, iep en vruchtbomen favoriete hapjes zijn. Daarnaast lijkt het erop dat de vlinder steeds meer nieuwe waardplanten ontdekt. Zo zijn er de laatste jaren meer en meer nestjes gezien in Cotoneaster.
Kenmerkend voor de bastaardsatijnvlinder is dat er eens in de zoveel jaar een enorme uitbraak plaatsvindt. In de jaren zeventig vormde de rups bijvoorbeeld een grote plaag in eiken in Noord-Brabant en Limburg. Na deze grote uitbraak bleef de populatie lang stabiel.