In het openbaar groen komen diverse beschermde en zeldzame moeras- en waterplanten voor die tevens op de rode lijst staan. Een flink aantal van deze soorten is tegenwoordig ook in tuincentra en gespecialiseerde kwekerijen verkrijgbaar. Ze doen het opvallend goed in de tuin.
Vanaf de Tweede Wereldoorlog ging het slecht met de natuur. Steeds meer inheemse planten dreigden te verdwijnen. In 1973 werd de Natuurbeschermingswet ingesteld. Tweeënvijftig planten, waaronder enkele water- en oeverplanten, werden opgenomen als beschermde soort. Het waren vooral opvallende planten met een markante kleur of verschijning omdat deze eerder de kans zouden lopen om geplukt of uitgestoken te worden. Om die reden werd de zwanenbloem aangewezen als beschermde plant, ook al kwam deze plant algemeen in Nederland voor.
Het in bezit hebben van beschermde planten, zaden of plantendelen was verboden, evenals uitgraven en plukken in het wild. Gekweekte soorten vielen buiten de Natuurbeschermingswet.