Cecil Konijnendijk introduceert in dit artikel de 3-30-300-vuistregel voor stedelijk groen. Zijn stelling is dat toepassing van de regel steden groener en gezonder maakt. Konijnendijk is directeur Nature Based Solutions Institute & Opleidingshoofd (Master of Urban Forestry Leadership) aan University of British Columbia. Hij studeerde bosbouw in Wageningen (WUR) en werkt sinds 1997 in het buitenland.
„Stadsgroen biedt tal van essentiële voordelen. De huidige mondiale uitdagingen, zoals klimaatverandering, aantasting van het milieu en de Covid-19-pandemie, hebben geleid tot een groter bewustzijn van het belang van stadsbomen en groene ruimten. Als ik samenwerk met steden, nationale regeringen en internationale organisaties, wordt mij vaak gevraagd naar specifieke richtlijnen voor het ontwikkelen van succesvolle beheerprogramma’s voor stedelijk groen. Ik ben daar meestal niet op ingegaan omdat elke stad anders is, wat het moeilijk maakt om algemeen geldende doelen te stellen of streefgetallen voor bijvoorbeeld een oppervlakte bladerdek.
De huidige stand van het onderzoek, de urgentie om onze steden en buurten groener te maken en de roep om beleidsmakers te helpen bij het maken van beslissingen, hebben me van mening doen veranderen. Hoewel situaties altijd anders zullen zijn, en richtlijnen niet in steen zijn gehouwen, wil ik pleiten voor een nieuwe vuistregel voor stedelijke vergroening: de 3-30-300-regel.