In een kleine tuin is weinig ruimte. Om het hele jaar rond voldoende structuur aan de beplanting te geven zijn heesters vaak onmisbaar, maar veel soorten worden al snel te groot. Hoe minder ruimte er is in een tuin, hoe zorgvuldiger je dus je heesters moet kiezen.
Veel heesters worden van nature zomaar 3 meter hoog of nog hoger; de breedte is meestal ongeveer gelijk aan de hoogte. Voor de gemiddelde Vinex-tuin is dat al gauw een maatje te groot. Nu kun je die natuurlijk snoeien, maar vaak reageren de planten daar op door sterke hergroei en hele lange jonge scheuten. Je blijft snoeien en uiteindelijk wordt de struik een gedrocht. Denk maar aan uit hun krachten gegroeide seringen of forsythia’s. Een soort die van nature niet hoger wordt dan 2 meter is veel gemakkelijker in de hand te houden en houdt veel meer zijn natuurlijke vorm.
Voor de nodige hoogte, maar ook voor structuur en ’geraamte’ in de winter, is een heester bijzonder welkom. Omdat er vaak maar ruimte is voor één of hooguit enkele exemplaren is het zaak om soorten te gebruiken die lange tijd mooi zijn. Overdadige bloei duurt vaak maar kort; soms is het beter om een plant te gebruiken die minder rijk, maar veel langer bloeit. Ook winterbloeiers zijn dankbaar; terwijl er in de tuin verder aan kruidachtige planten niets bloeit, kan een toverhazelaar of een Chimonanthus bijna twee maanden lang de show stelen. De rest van het jaar dragen ze in belangrijke mate bij aan de structuur van de tuin, juist doordat ze hun natuurlijke groeivorm kunnen behouden.