Varens die in de winter hun blad verliezen hebben een heel andere uitstraling dan de wintergroene varens. Het fris uitlopende groen, soms een fraaie herfstkleur en het feit dat ze in de winter kaal zijn, geeft ze weer andere toepassingsmogelijkheden.
Eigenlijk klopt 'bladverliezend' niet in dit verband. De meeste varens die niet wintergroen zijn, verliezen hun blad niet echt, het sterft domweg af als het te koud of te droog wordt. Het dode blad blijft dan gewoon aan de plant zitten. Het is een overlevingsstrategie die prima blijkt te werken: in zachte winters gaat de fotosynthese door en worden de bladeren volop benut, maar bij strenge kou of uitdrogende wind wordt het blad opgeofferd om te overleven. Sommige soorten zijn bij ons altijd kaal, andere pas later in de winter of alleen in strenge winters. Er is dus geen duidelijke grens tussen wintergroene varens en bladverliezende. Meestal wordt er nog een tussencategorie gehanteerd: half wintergroen.
De afgestorven bladeren kun je in het voorjaar eenvoudig afknippen, maar nodig is het niet. De nieuwe, zich ontrollende bladeren komen er prima bovenuit en bieden elk jaar weer een prachtig schouwspel. Bij sommige soorten is dat jonge blad frisgroen, bij andere prachtig rood, bruin of bronskleurig. Over het algemeen kunnen bladverliezende varens minder diepe schaduw en minder droogte verdragen dan wintergroene soorten. De beschreven soorten vormen het topje van de ijsberg: er zijn nog veel meer soorten die het allemaal waard zijn om vaker te gebruiken.