De cipresmineermot leeft op Cupressaceae. De larven hollen de naalden uit. De verkleuringen beginnen aan de toppen van de twijgen. Bij massale aanwezigheid kunnen hele struiken bruin worden. Het beeld lijkt veel op droogteschade, schimmel- of een bastkeveraantasting.
De cipresmineermot Argyresthia trifasciata is de nieuwe Nederlandse naam voor de jeneverbesmineermot. De nieuwe naam dekt de lading beter, omdat de cipresmineermot nauwelijks voorkomt op Juniperus, maar wel op andere vertegenwoordigers van de Cupressaceae zoals Thuja, Chamaecyparis en Cupressus.
De cipresmineermot kwam oorspronkelijk alleen voor in de Zwitserse en Franse Alpen, maar heeft zich uiteindelijk in geheel Europa verspreid. In 1982 werden de eerste aantastingen in Nederland gevonden. Tegenwoordig is het een algemene soort in steden, tuinen en parken.