Zwakteparasiet van loofhout
Veel soorten verzwakte loofbomen en struiken zijn gevoelig voor de gewone dopluis. De dopluizen zuigen zich vast op bladeren, twijgen en stammetjes die daardoor verdrogen. Daarnaast scheiden ze een kleverige honingdauw af waarop zich zwarte schimmels ontwikkelen.
Dopluizen worden vaak verward met schildluizen. Bij dopluizen zit het schildje niet los, zoals bij schildluizen, maar is het een onderdeel van het lichaam en is het schild dus niet van het lichaam af te lichten. Van de gewone dopluis Parthenolecanium corni heeft het vrouwtje een glimmend, roodbruin gekleurd halfbolvormig lichaam, met een doorsnede van 4-6 mm. De kleur van het schildje (de dop) wordt tijdens de eiafzetting steeds donkerder tot zwartachtig. Het oppervlak is ruw vanwege een groot aantal doorntjes. Mannetjes hebben een klein ovaal schildje, maar komen weinig voor.