De ongelijke houtkever Xyleborus dispar is in Nederland een zeer algemeen voorkomende soort. De vrouwtjes boren gangen in bomen die verzwakt zijn of niet optimaal groeien. Bomen kunnen verzwakt zijn door een ongunstige groeiplaats, ziekte of vorstschade.
De ongelijke houtkever heeft zijn naam te danken aan het verschil in grootte tussen mannetjes en vrouwtjes. De 3,5 tot 3,8 mm grote vrouwtjes zijn bijna tweemaal zo groot als de 1,8 tot 2,4 mm grote mannetjes en daarmee ’ongelijk’ aan elkaar.
De donkerbruin gekleurde kevers vliegen in april-mei. Ze boren hun moedergangen diep in het hout, leggen hierin hun eitjes en laten sporen van de zwarte Ambrosia-schimmels achter. De moedergang gaat eerst loodrecht op de jaarringen waarna deze splitst in gangen die in de lengterichting van de boom verlopen.