De larven van langpootmuggen en rouwvliegen vormen een ware plaag voor met name grasbezitters. Ze knabbelen aan de bovengrondse delen, waardoor kale plekken ontstaan en het gras afsterft. Insectparasitaire nematoden weten echter wel raad met deze vraatzuchtige larven.
Verschijning en levenscyclus
Er komen in Nederland vijf soorten langpootmuggen voor, waarbij de weidelangpootmug (Tipula paludosa) en de koollangpootmug (Tipula oleracea) het meest voorkomen. De weidelangpootmug heeft één generatie per jaar en vliegt vanaf de tweede helft van augustus. De koollangpootmug heeft twee generaties per jaar en vliegt in mei en de eerste helft van augustus.