Een groot aantal bomen, (sier)planten en groenten is niet veilig voor engerlingen, de larven van bladsprietkevers. Bovendien voelen engerlingen zich prima thuis in gras, wat tot problemen leidt op sportvelden en golfbanen. Extra schade ontstaat door beesten die zich voeden met engerlingen en de grasmat omploegen op zoek naar de smakelijke hapjes.
Engerlingen zijn larven van bladsprietkevers. De meest voorkomende soorten in Nederland zijn de meikever, rozekever, junikever, Sallandkever, mestkever, roestbruine bladsprietkever en de Anomala-kever. De meeste kevers richten op zichzelf geen grote schade aan. Het zijn vooral de larven die schade veroorzaken aan bomen, (sier)planten en groenten. Ze hebben het echter voornamelijk voorzien op gras. De larven van de meikever en rozekever komen in Nederland het vaakst voor en zijn ook het meest schadelijk.