De kleinere soorten Festuca met naaldvormig blauwgroen blad zijn het bekendst, maar ook de wat hogere soorten, met fijn blad in een losse pol, zijn interessant voor borders en naturalistische beplantingen. Dankzij de tolerantie voor hitte en droogte heeft Festuca een verdiende plek op de lijst van klimaatbestendige planten gekregen.
Het naaldachtige blad van het blauwe schapengras Festuca glauca, in opvallend blauwgrijs, zit dicht op elkaar in ronde, kussenvormige pollen. Deze bolvormige groeiwijze is heel kenmerkend en komt het mooist naar voren als de planten wat verder uit elkaar geplant worden. De minder bekende Festuca mairei en F. amethystina groeien juist heel los, met lange gebogen grassprieten. De bloei valt vrij vroeg, vanaf eind mei, de pluimen zijn over het algemeen vrij klein en dragen niet veel bij aan de sierwaarde. Het gaat bij deze grassen echt om het zo goed als wintergroene blad.
Festuca komt over de hele wereld voor, met een geschat aantal van meer dan 500 soorten. Ook in Nederland kun je inheemse soorten vinden, zoals F. guestfalica en F gigantea. Sommige soorten zijn nu ingedeeld onder Schenodorus. De naamgeving in de handel is vaak verwarrend, cultivars worden regelmatig onder een andere soort geschaard.