Bij vrijwel alle coniferengeslachten is er keuze in tinten geel waarbij de kleurintensiteit per seizoen kan verschillen. Variatie, mogelijkheden en nieuwkomers voldoende, de vraag naar coniferen blijft echter nog altijd bescheiden – net als de vraag naar geel.
Coniferen zijn momenteel niet erg populair. Daarnaast is de kleur geel al een paar decennia een grote afwezige in de Nederlandse tuin. Dat was anders tot de jaren ‘90 van de vorige eeuw. In veel Nederlandse tuinen groeiden toen coniferen, als solitair en als haag. Harry van der Laar schrijft in zijn Het heidetuinboek uit 1974: ’Coniferen zijn ongetwijfeld de belangrijkste planten waarmee heidetuinen kunnen worden verfraaid. Ze geven een bepaald cachet aan de tuin, dat met weinig andere gewassen kan worden bereikt’.
Inmiddels is de tuincultuur aanzienlijk veranderd. Hagen bestaan vanaf de jaren ’90 voornamelijk uit beuk, haagbeuk en Taxus. Solitaire coniferen zijn ver naar de achtergrond verdwenen – zeker gele coniferen. Misschien is het vak gebaat bij creatieve tuinontwerpers en beplantingsdeskundigen zoals de in Engeland en ver daarbuiten bekende Christopher Lloyd (1921-2006).