Het aantal met knolcyperus besmette percelen neemt toe. Daarbij is het vaak gissen naar de oorzaak. Het groeiende gebruik van compost wordt door kwekers als een van de mogelijke oorzaken gezien. Terecht?
Knolcyperus; Cyperus esculenthus, ook wel aardamandel of tijgernoot genoemd. Het is een vaste plant die zich vermeerdert door worteluitlopers en pitten, knolletjes die het ondergronds maakt. En met name die pitjes zijn het probleem: de plant kan in een jaar dat hij ongestoord kan groeien wel 8.000 pitjes maken. Die stuk voor stuk weer de basis vormen voor nieuwe planten. Bovendien reizen die pitjes makkelijk mee met plantmateriaal, waardoor nieuwe percelen ’besmet’ raken met het ’onkruid’.
Officieel zijn er in Nederland ruim 500 officiële teeltverboden, goed voor een kleine 800 ha. Het overgrote deel daarvan, ongeveer tweederde, ligt in Limburg en Brabant. Maar de officiële cijfers dekken de lading van het probleem niet. „Grofweg gaat het echter om 100.000 ha besmette grond in Nederland en België”, aldus bodemspecialist Aad Temorshuizen van het gelijknamige consultancybedrijf.