De komende drie jaar wordt de Joodse Begraafplaats Maarssen grondig opgeknapt. Het terrein is flink verwilderd. Vrijwilligers van Landschapsbeheer Vleuten-De Meern zijn vorig jaar gestart met de eerste werkzaamheden. „We komen op veel plaatsen, vooral ten westen van de stad Utrecht, maar dit is wel een heel bijzondere historische plek”, zegt werkvoorbereider Hans van Aartrijk.
Buiten het dorp in het oostelijk veengebied ligt de Joodse Begraafplaats Maarssen, ook bekend onder de naam ’Jodenbosje’ en ’het Jodenkerkhof onder Tienhoven’. De begraafplaats werd in 1749 gesticht door de ’Hoogduytsche Joodse Gemeijnte van Maarseveen’, die hier was gevestigd omdat Joden tot 1789 niet in de vlakbijgelegen stad Utrecht mochten wonen. Net als veel boerderijen, moestuinen en boomgaarden, is ook deze begraafplaats omzoomd door bomen en struiken om de wind te breken. De bomenrand bij de begraafplaats diende ook om deze uit het zicht te houden. Dit gewas werd in het verleden ongeveer één keer in de tien jaar afgezaagd voor het hout en om te voorkomen dat opgaande bomen zouden omwaaien op de slappe veenbodem. Sinds begin deze eeuw is de begraafplaats ernstig vervallen en geheel overwoekerd. Landschap Erfgoed Utrecht deed een grondige restauratie, maar daarna lag het werk weer stil.
Landschapsbeheer Vleuten-De Meern gaat de komende drie jaar de landschapselementen in oude luister herstellen. Dit doet de organisatie samen met de Historische Kring Maarssen, de Nederlands-Israëlitische Gemeente Utrecht en Stichtse Vecht. Initiator is Niels van den Berg, voormalig landschapscoördinator van deze gemeente.