Teun van der Starre vindt klimplanten de vergeten oplossing voor het klimaatprobleem. Zijn kwekerij zet in op een breed sortiment klimmers inclusief duurzame klimhulpsystemen. „We zien nog te weinig klimplanten op bedrijventerreinen, tegen hoogbouw en in stadscentra. Daar ligt veel potentie die amper wordt gebruikt.”
Kwekerij Van der Starre is sinds 1982 klimplantenspecialist met een breed aanbod en diverse concepten waarmee het bedrijf tuincentra, bouw- en supermarkten en cash-and-carry’s in heel Europa bedient. Het overgrote deel van de klimplanten gaat richting particuliere tuinen, maar er is meer mogelijk vindt Teun van der Starre, omdat klimplanten meer kunnen bedekken dan een schutting in een particuliere tuin. „We zien nog te weinig klimplanten op bedrijventerreinen, tegen hoogbouw en in stadscentra. Daar ligt veel potentie die amper gebruikt wordt.”
Het bedrijf introduceert daarom het concept Urban Climbers waarbinnen het vooral draait om klimmers die flink de hoogte ingaan, waarmee forse gevels zijn te bedekken. „Anders dus dan de concepten voor tuincentra met grotendeels lagere klimmers.” Het nieuw geïntroduceerde concept helpt groenvoorzieners, tuinarchitecten en bouwbedrijven en komt vergroening ten goede. Van der Starre is daarom bezig met het verkrijgen van een GreenDeal met de overheid; een overeenkomst om groene initiatieven te versnellen. „Het kan zomaar zijn dat het voor bedrijven wettelijk verplicht gaat worden om hun gebouwen te vergroenen. Dan is ons concept zeer waardevol.”
Met Urban Climbers wil Van der Starre benadrukken dat groene wanden niet per definitie complex hoeven te zijn, zoals bijvoorbeeld de verticale wanden die de Fransman Patrick Blanc enkele decennia terug introduceerde. „Die verticale tuinen zijn kostbaar, in aanleg en in onderhoud.” Ook hoeft een groene gevel niet zo prestigieus te zijn als bijvoorbeeld het Bosco Verticale in Milaan van architect Stefano Boeri, de voorloper van het ’verticale bos’ dat inmiddels op veel plekken in de wereld is gekopieerd. „Wat ons betreft is er nog een gat te vullen richting gemeenten, tuinarchitecten en hoveniers door enkel klimplanten met klimhulpsystemen te leveren. Dat is waar wij op inzetten.”
Voor elke standplaats
Voor elke standplaats
Binnen het aanbod van Urban Climbers gaat het om een diversiteit aan klimplanten, veelal soorten en cultivars die bekend zijn. Immers, wat betreft nieuwe introducties draait het bij klimmers al jarenlang grotendeels om Clematis, voor de rest heerst er rust binnen het sortiment.
Belangrijk is zogezegd wel dat het hier gaat om forse groeiers die met gemak een hoge gevel kunnen vergroenen. Van der Starre maakt een driedeling. Als eerste noemt hij de inheemse soorten waarvoor tegenwoordig, net als bij bomen, heesters en vaste planten, steeds meer belangstelling is. Ze zijn van toegevoegde waarde als het gaat om het bevorderen van de biodiversiteit.
Als tweede is er de bekende – grote – groep niet-inheemse klimmers met hun vele cultivars, en als derde is er de bescheiden groep van kwekersrechtelijk beschermde variëteiten die voor het concept van toegevoegde waarde zijn. Voorbeelden zijn Lonicera henryi ’Copper Beauty’, Clematis JACKMANII PURPUREA en Clematis SPIKY. „Het mag duidelijk zijn dat de keuze heel groot is. Voor elke standplaats zijn er klimplanten beschikbaar.”
Misverstanden
Misverstanden
Van der Starre vindt het belangrijk om de verschillende misverstanden rondom klimplanten uit de wereld helpen, misverstanden waardoor klimplanten zeer waarschijnlijk op de achtergrond raakten. Als eerste de schade aangericht door zelfhechtende planten. „Diverse onderzoeken hebben inmiddels aangetoond dat deze angst ongegrond is. Er bleek zelfs het omgekeerde, ze kunnen oude muren juist verstevigen. Aan ons om dat breed te verkondigen.”
Dan de angst over het onderhoud van de klimmers. Behalve zijn mening dat een gevel zonder klimmers ook onderhoud vraagt, legt hij uit dat veel afhangt van de juiste plant op de juiste plek. „Zet je een blauweregen tegen een muur van 4 m hoogte, dan vergt dat natuurlijk onderhoud, die wil veel meer ruimte. Een kamperfoelie is dan een betere oplossing.” Belangrijk om hierbij te weten is dat zelfhechtende klimplanten altijd verder doorgroeien, tegen alles wat ze op hun weg tegenkomen. Een slingerplant daarentegen groeit door totdat het steunmateriaal, bijvoorbeeld een kabel, stopt. Daarna vallen de twijgen als het ware naar beneden.
Verder legt Van der Starre uit dat een groene gevel behalve een zeer aantrekkelijke uitstraling nog andere voordelen kent. Zo beschermen klimmers de gevel tegen regen en zon, waardoor er minder schade is door erosie en UV-straling. „En omdat zonlicht wordt gereflecteerd en de verdamping door de planten voor verkoeling zorgt, kun je spreken van een natuurlijke airco. Ook daar is inmiddels ruim onderzoek naar gedaan.” Soms is er de angst dat klimplanten dicht bij huis veel ongedierte aantrekken. Als je een goed ecosysteem waarborgt, valt dat volgens Van der Starre wel mee. „Ook daarover denken wij mee, alles heeft ook hier te maken met de juiste planten op de juiste plek. Wij staan garant voor een gedegen beplantingsadvies. Wij zijn de verbindende factor en de bron.”
Staaldraad of rekken
Staaldraad of rekken
Omdat het hele concept valt of staat bij de klimhulp, heeft Van der Starre goed nagedacht over de constructies. Er is een samenwerking met het Duitse Carl Stahl dat de staalkabels mee-ontwikkelde. De rekken ontwikkelde Van der Starre zelf. De kabels vallen onder het concept Twine2Green en zijn, net als de afstandhouders, van kwalitatief hoogstaand RVS gemaakt.
Er zijn twee diktematen, een blauweregen vraagt uiteraard een stevigere kwaliteit dan een passiebloem. De afstandhouders houden de kabel van de muur. „Takken van bijvoorbeeld de blauweregen vragen veel ruimte. Draai je dicht tegen de muur gewone schroefogen in pluggen, dan drukt zo’n plant zich op een gegeven moment los.”
Bij de manier van bevestigen is ook te kiezen voor rekconstructies onder de naam Rack2Green. Alle rekken zijn crapal verzinkt, goed beschermd tegen weersomstandigheden. „Ze zijn stug, veroorzaken geen spanning bij belasting.” Er zijn vaste maten beschikbaar – nodig voor de logistiek – maar op maat bestellen of zelf maken kan uiteraard ook. „De snijvlakken vormen automatisch weer een zinklaag tegen roesten.”
Tussen de rekken en de muur blijft altijd 15 cm ruimte om de beste isolatiewaarde voor het gebouw te krijgen. Als de rekken geheel begroeid zijn, vormt zich een windstille laag. In de zomer blijft de koelte erin hangen, in de winter de warmte vanuit het gebouw. Ook hiernaar is gedegen onderzoek gedaan.
De mazen in de rekken zijn 10 cm breed en 20 cm hoog, zodat de planten gestimuleerd worden om de hoogte in te groeien. Daarnaast zijn er rekken ontwikkeld die voor extra stevigheid zorgen, bijvoorbeeld op plaatsen waar er fietsen tegen worden gezet. One Stop Shopping noemt Van der Starre het. „We leveren de planten en de klimhulpsystemen, inclusief alle gewenste advies.”
Inheems en biodiversiteit
Inheems en biodiversiteit
Binnen het klimplantenconcept is uiteraard gedacht aan inheems en biodiversiteit. Een inheemse klimmer is Clematis vitalba waarvan de bloemen door insecten worden bezocht en vogels de zaadpluizen gebruiken voor hun nesten. Lonicera periclymenum is de inheemse kamperfoelie waarvan de bloemen sterk geuren. „Druk door nachtvlinders bezocht en op de bessen komen allerlei vogels af.” Uiteraard is de wintergroene Hedera veel verkocht. Niet de bij ons inheemse H. helix, maar H. hibernica. „Die vinden wij sterker.” Ze hebben beide dezelfde eigenschappen en trekken met hun najaarsbloei veel insecten, met name de klimopbij. Vogels maken hun nesten in klimop en eten de bessen.
Van de inheemse Humulus lupulus levert de kwekerij ’Nordbrau’. Vanwege de smaak geliefd bij de bierbrouwers en prima te combineren in het concept. Op de bloemen komen veel bijen af. Hop is de waardplant voor de gehakkelde aurelia, en de verdroogde zogenoemde hopbellen worden door vogels gebruikt voor hun nesten. „Groeiend als een vaste plant, maar elk jaar weer tot 10 m hoogte.” Uiteraard zijn er nog tal van niet-inheemse klimmers waar insecten op af komen.
Verschillende eigenschappen
Verschillende eigenschappen
Het plantenaanbod binnen het concept is breed waardoor er uit allerlei eigenschappen valt te kiezen. Zo zijn sterk geurende bloemen te vinden bij Trachelospermum jasminoides, diverse Lonicera en Clematis armandii. „De laatste is waardevol omdat die bloeit op de grens van winter naar voorjaar.” Parthenocissus heeft uiteraard herfstkleur, maar Trachelospermum ook. „Die is wintergroen, maar het blad kleurt roodachtig bij kou.” Er zijn planten die droogte verdragen zoals Campsis en Parthenocissus, voor vochtig en warm is Passiflora geschikt, ook Clematis heeft liefst wat vochtige grond. Daarnaast zijn er klimmers voor de koude noord- of oostmuur. „Denk aan Hedera, Lonicera en Clematis alpina.”