„Doe mee met de gebiedsgerichte aanpak”, adviseerde Johan Osinga, directeur-generaal van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) van het ministerie van LNV. Osinga sprak over de NPLG op de Relatiedag van LTO Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen in Opheusden 21 juni.
„Ga niet afwachten, want als de kaart ingevuld is en de plannen gemaakt, dan ben je te laat”, waarschuwde Osinga. „Wil je invloed uit kunnen oefenen, ruimte eisen voor je bedrijf en voor de sector, dan moet je zorgen dat je van je laten horen. Zorg dat je actief meepraat.”
De provincies hebben het stuur in handen. De overheid stelt de doelen waaraan moet worden voldaan ten aanzien van waterkwaliteit, stikstofuitstoot en emissie van gewasbeschermingsmiddelen. Hoe dit wordt gerealiseerd is aan de provincie, aldus Osinga.
„Wat noodzakelijk is, wat wel en niet werkt, is onder andere afhankelijk van grondslag, van gebiedsinrichting en van agrarische activiteit. Met landelijke wet- en regelgeving ga je dit niet oplossen.” Als voorbeeld noemt Osinga de beekdalen op zandgronden. Er wordt gesproken over een teeltvrije zone van 300m om uitspoeling te voorkomen. David Bömer van Treeport Zundert, schetste eerder op de middag dat een dergelijke teeltvrije zone, een groot deel van de boomkwekerij in regio Zundert buiten spel zet. „En onnodig, want er zijn oplossingen om dezelfde emissiereductie te realiseren met slechts een fractie van deze breedte.” Osinga juichte het initiatief toe. „Hier gaat het om: dat je dus gezamenlijk met gemeente, waterschap en andere belanghebbenden als sector en kweker aan tafel gaat. Waar liggen knelpunten en strijdige belangen en hoe kan je samen tot een werkbare oplossing komen zonder concessies te doen aan het uiteindelijk resultaat, namelijk het halen van de gestelde doelen?”