Er valt nog veel te leren over en te winnen met watergeven. Die conclusie kon worden getrokken na een studiebijeenkomst Bodem en water van het gelijknamige project in de Kempen. Onderzoeker Pieter Janssens van Bodemkundige Dienst van België: „Druppelirrigatie is lang niet altijd goedkoper, maar door betere sturing is hier wel winst te halen.”
Gericht irrigeren werkt, aldus Pieter Janssens, onderzoeker bij de Bodemkundige Dienst van België (BDB). „Maar”, vult hij daarbij gelijk aan, „hier is ook nog veel winst te halen.” Volgens de onderzoeker wordt nu nog te vaak water gegeven op gevoel. „Maar de daadwerkelijke vochtbehoefte kan redelijk exact worden gemeten en voorspeld. Als er vocht wordt gegeven op de momenten dat dit nodig is, resulteert dit daadwerkelijk in een betere opbrengst door een betere gewasgroei.”
Janssens legt uit: irrigatie wordt toegepast als het risico op droogtestress toeneemt: oplopende vochtvraag bij uitblijvende neerslag. De vochtvraag wordt bepaald door de hoeveelheid die het gewas verdampt (transpiratie) en die de onbedekte bodem verdampt (evaporatie), samen evapotranspiratie genoemd. Om hier een standaard in te ontwikkelen is een referentiegewasverdamping bepaald (ETo); de hoeveelheid vocht die een grasmat van 12 cm hoog verdampt. Deze ETo wordt berekend aan de hand van luchtvochtigheid, windsnelheid, temperatuur en hoeveelheid zonne-instraling.