Verlichting in de tuin of openbare ruimte kan voor een sfeerverhogend effect zorgen en objecten zoals bomen of gebouwen uitlichten. Maar licht werkt ook verstorend op fauna en flora. Welk soort licht kun je daarom het beste gebruiken om de natuur zo min mogelijk te storen? Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Wageningen University deden hier onderzoek naar.
Lichtvervuiling is tegenwoordig een bekend fenomeen. Vooral onze stedelijke omgeving kent nauwelijks nog echte duisternis als gevolg van nachtelijke verlichting. Probeer vanuit de stad maar eens de nachtelijke sterrenhemel te observeren. Al dit licht heeft ook gevolgen voor de biodiversiteit. Zo was al langer bekend dat vleermuizen en nachtvlinders gevoelig zijn voor licht. Dankzij onderzoek door NIOO-KNAW en Wageningen University, samen met diverse partners (zie kader), is nu meer bekend over de effecten van verschillende soorten licht op dieren.
Om het effect van verlichting te onderzoeken, en om uit te vinden of de aanpassing van de lichtkleur de gevolgen voor bepaalde diersoorten kan verminderen, werd een speciale Licht op Natuur-opstelling bedacht. In acht verschillende bosranden in donkere delen van Nederland werden steeds vier rijen lantaarnpalen neergezet, waarvan drie met een bepaalde lichtkleur plus een rij controlepalen zonder licht. De lantaarnpalen met groen, rood en wit licht, plus de controlepalen, staan in rijen van 100 meter haaks op de bosrand opgesteld.