Toen massaria een aantal jaar geleden in Nederland werd geconstateerd, vreesden velen dat verhoogde inspectiefrequentie met de hoogwerker noodzakelijk was. Inmiddels zijn er voldoende feiten en waarnemingen van eigen bodem om gepast met het schimmeltje om te gaan. Vakmanschap, monitoring en kennis van omgevingsfactoren blijken de sleutel te zijn.
Nog geen zeven jaar geleden werd de ziekte massaria voor het eerst officieel in Nederland vastgesteld. Oude rotten in het bomenvak herkenden de symptomen echter. Zo komt de aantasting al meer dan twintig jaar voor op een dikke tak van een van de monumentale platanen in het Leidsebosje in Amsterdam. Het lijkt er dus op dat massaria al veel langer aanwezig is, maar niet eerder als zodanig werd herkend.
De ziekte massaria wordt veroorzaakt door de schimmel Splanchnonema platani, en komt uitsluitend voor bij platanen. Massaria leidt vooral bij bomen tussen de dertig en zeventig jaar tot taksterfte. Op boomniveau is massaria een zwakteparasiet bij onderstandige takken en andere kroondelen die weinig zonlicht krijgen. Op stadsniveau hebben de platanen in beperkte groeiplaatsen een verhoogd risico op de aantasting door droogtestress in warme periodes.