Het sortiment is rijk. Op Plantarium|Groen-Direkt krijgen bezoekers deze rijkdom weer voorgeschoteld. Van oude bekende soorten tot nieuwe planten die na een vaak jarenlang veredelingstraject op de beurs worden geïntroduceerd. Toch is er naast nieuw veredeld in het bestaande sortiment ook nog veel te ontdekken. Bezoekers van Plantarium werd in de Ongekend sortiment-quiz gevraagd of zij 6 minder bekende planten herkenden. Planten die naast sierwaarde allemaal waarde hebben omdat goede waardplanten zijn voor insecten, passen in het veranderende klimaat of omdat ze goed passen in de trend van eetbare tuinen en voedselbossen.
Ongekend, maar niet echt nieuw
Platycrater arguta is een bladverliezende heester. De plant komt van origine voor in het Zuidoosten van China en in Shikoku in Japan. Platycrater behoort tot de Hydrangeaceae en wordt in Amerika Tea of Heaven genoemd. In het land van herkomst, Japan, wordt van de bladeren namelijk thee gemaakt.
De struik bereikt na 10 jaar ongeveer een hoogte van 1 m en ongeveer dezelfde breedte. De langwerpige, smalle bladeren zijn frisgroen van kleur. De plant bloeit in juli tot september met fijne hangende witte bloemen. In november verkleuren de bladeren geel en vallen af. In Nederland wordt hij als winterhard ervaren, maar bij USA wordt de plant geclassifiseerd als niet-vorstbestendig. Er zijn naast de soort nog enkele cultivars in de handel: ’Honey Moon’ die groter blad en bloemen maakt alle anderen cultivars. ’Kaede’ die twee keer zo grote blad en bloemen maakt dan de soort, ’Rosea’ met licht roze bloemen en ’Pink Moon’ met grote roze bloemen.
Lees hier meer over onbekende schaduwplanten.
Planten voor de smaak
Zanthoxylum is een geslacht uit de Rutaceae, een familie waar ook de sinasappel, citroen en mandarijn toe behoren. Het geslacht Zanthoxylum telt ongeveer 250 soorten van zowel groenblijvende als bladverliezende bomen en struiken. Zanthoxylum komt uit de warmgematigde en subtropische delen van de wereld en van een deel van de soorten worden peperkorrels geoogst. Dit zijn overigens niet de peperkorrels die doorgaans in de Nederlandse keuken worden gebruikt.
Zanthoxylum simulans is een slanke middelhoge struik of plant die ook vaak als meerstammige kleine boom wordt aangeboden. De plant bereikt na 10 jaar een hoogte van 2,5m. De soort heeft geveerde bladeren met zowel stekels op de bladeren als de takken. De plant bloeit in mei, waarna hij bessen vormt die gedurende het seizoen afrijpen en intenser van kleur worden.
De plant heeft een zeer goede winterhardheid en past goed in de trend van de eetbare tuin en voedselbossen. De afgerijpte bessen kunnen worden gebruikt als smaakmakers, maar ook het blad kan net als laurier worden gebruikt als smaakmaker in eten. De jonge bladeren en scheuten hebben een frisse smaak.
Osteomeles subrotunda komt voor in China en de Ryukyu Eilanden, Japan. De plant behoort tot de Rosaceae. Osteometes is een compact groeiende heester die na 10 jaar een hoogte van 1 m bereikt. De plant heeft zeer klein samengesteld blad, en is niet dusdanig rijk bebladerd waardoor de struktuur van de takken gedurende het hele jaar goed zichtbaar blijven. In Japan is de heester geliefd als bonsai.
Osteomeles bloeit met fijne witte bloemen in juni/juli die licht geuren. Na de bloei vormen zich vruchten. Deze zijn eetbaar. De winterhardheid van de plant laat te wensen over.
Lees hier over sierlijke eetbare planten.
Lees hier over de ideale eetbare tuin.
Lees hier over eetbaar én insentenlokkende planten.
Vlinder en bijenlokker
Heptacodium miconioides komt van origine uit Centraal-China en behoort in de familie van de Caprifoliaceae. Hoewel de plant al in 1877 werd gevonden en benoemd, duurde het tot de jaren 80 van vorige eeuw tot de plant in cultuur werd genomen. Van Heptacodium is slechts een soort bekend: H. miconioides.
De bladverliezende heester heeft tegenoverstaand langwerpig eirond blad met een diepgroene kleur met evenwijdig lopende nerven. De rozewitte bloemen verschijnen in augustus en geuren zoet. De bloemen verraden de verwantschap met Lonicera, evenals de stammen van de struiken zodra deze wat ouder worden en gaan bladeren zoals ook Lonicera maackii doet. Na de bloei verschijnen in oktober de vruchten, die eerst rood zijn en later donkerder wegkleuren. De struik bereikt uiteindelijk een hoogte van acht tot negen meter met een brede kroon.
De plant stelt geen hoge eisen aan zijn standplaats, gedijt zowel in de zon als halfschaduw. In de schaduw bloeit de plant echter minder rijk. Ook qua grondsoort is het een makkelijke plant. Hij is niet ziektegevoelig, is extreem winterhard en de geurende bloemen hebben een grote aantrekkingskracht op insecten.
Aloysia is een geslacht uit de familie van de Verbenaceae. De planten zijn inheems in Amerika waar hun verspreidingsgebied zich uitstrekt van de gematigde klimaten tot de subtropische en woestijnklimaten. Aloysia zijn bladverliezende heesters die zich kenmerken door hun geurige bladeren. A. triphylla en A. citriodora, beiden in Nederland aangeduid met citroenverbena zijn misschien wel de bekendste uit de familie.
Aloysia polystachya komt van nature voor in Zuid-Bolivia en Noord-Argentinië. De plant maakt lange twijgen die niet altijd even snel vertakken wat hem, zeker als jonge plant, een wat sprieterig uiterlijk geeft. De smalle langwerpige bladeren van de plant geuren friszoet en de bladeren kunnen worden gebruikt voor thee. De plant bloeit met fijne witte bloemen.
Lees hier over het belang van insectenlokkende bomen voor de biodiversiteit.
Verandering klimaatzones
Vitex is in Nederland langzaam aan een opmars bezig. Werd de plant voorheen nog gezien als niet geschikt voor het Nederlandse klimaat, de laatste jaren wordt daar anders over gedacht. Enkele jaren geleden dook Vitex op Groen-Direkt plotseling bij meerdere standhouders op. Het ging daarbij wel hoofdzakelijk om Vitex agnus-castus. Vitex canescens is nog erg onbekend als soort. De struik komt van origine uit het zuiden van China en groeit onder vochtige tropische omstandigheden. De plant kan in 10 jaar tijd een hoogte van 3 m bereiken. Het blad is handvormig met 5 lobben. Van augustus tot oktober is de plant bezet met kleine lila bloemen. Vitex canescens stelt weinig eisen aan de bodem, gedijt het best op een beschutte standplaats en heeft dus een beperkte winterhardheid, maar wist de laatste winters in Nederland ondanks vorst zichzelf prima in stand te houden.
Lees hier over impact klimaatverandering op bestaand en nieuw sortiment.
Lees hier over het verschuiven van winterhardheidszones in de toekomst.