Vorige

Jan Veltmans, LTO Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen

’Ook zonder wetgeving zal verduurzaming doorgaan’

Beeld
Lé Giesen

Nog zes jaar tot 2030, het jaar waarin de land- en tuinbouw nagenoeg emissieloos en residu-arm moet produceren, als het aan de overheid ligt. Waar staat de boomkwekerij in dit proces? Aan het woord is Jan Veltmans, bestuurslid van LTO Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen en portefeuillehouder Gezonde planten.

Om maar met de deur in huis te vallen: is 2030 nagenoeg emissieloos en residu-arm haalbaar voor de boomkwekerij?

„Dat is lastig met een simpel ja of nee te beantwoorden omdat het van meerdere factoren afhankelijk is. En niet op al die factoren hebben kwekers invloed, denk bijvoorbeeld aan de toelating van groene middelen.

Ik ga niet zeggen dat de doelstelling voor 2030 onhaalbaar is, maar ik durf momenteel ook niet te stellen dat we het wel gaan halen maar alle inzet is daar wel op gericht.”

In de innovatiekringen draaien tal van projectjes en kleinschalige onderzoeken. Gaat dat doorslaggevend zijn?

„Nee, maar het helpt wel. Je moet je realiseren dat het laaghangende fruit grotendeels al is geplukt de laatste decennia. Er is al enorm veel gebeurd als het gaat om het verminderen van de afhankelijkheid van chemie en het verminderen van residu. De grote, snelle stappen die gemaakt konden worden, die zijn al gezet. Alles wat er nu gebeurt, zijn dus kleine stapjes. Maar met veel kleine stapjes kom je uiteindelijk ook verder.

Al die onderzoekjes, proefjes, projectjes en demo’s maken het wel mogelijk dat er stapjes worden gezet en dat we stapjes blijven zetten. Want dat laatste is belangrijk; dat we in beweging blijven. Verduurzamen is geen eenmalige actie, het is een proces.”

Wat is het meest waardevolle wat de innovatiekringen tot op heden hebben opgeleverd?

„Ik denk dat het meest waardevolle niet alleen in de directe resultaten van de onderzoeken en proeven zit, maar in het contact tussen de onderlinge kwekers van de kring. Er is al heel veel kennis bij de individuele kwekers. Zoals gezegd, zijn er al enorme stappen gezet. Maar vaak blijft de kennis over wat mogelijk is bij een enkele of een select groepje kwekers hangen. Door met kwekers samen open te sparren over de problemen waar ze tegenaan lopen en te praten over de individuele oplossingen die ze gebruiken, vergroten kwekers hun kennis. Ze kunnen ervaring opdoen in hun eigen situatie met de oplossingen die anderen aandragen, deze finetunen en aanpassen en ontwikkelen op die manier weer nieuwe mogelijkheden. Samen komen we daardoor in kleine stapjes steeds verder.”

Zijn die kleine stapjes uiteindelijk voldoende?

„Nee, er moeten ook fundamentele aanpassingen worden gedaan. Kijk bijvoorbeeld naar de spuittechniek in de laanbomen. Opwaarts spuiten zoals dat in het verleden altijd is gedaan, is een techniek waarmee je niet emissievrij kán werken. Daar moet dus echt gezocht worden naar andere technieken en mogelijkheden, bijvoorbeeld zoals deze in de fruitteelt worden toegepast. Ook het inpassen van technieken vanuit de precissielandbouw biedt mogelijkheden.”

Begin februari werd bekend dat de Europese Commissie de Sustainable Use Regulation of pesticides (SUR) wil intrekken. Het voorstel om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in 2030 te halveren werd eerder al door het Europese Parlement verworpen. Ook tussen de lidstaten in de Europese Raad liepen de onderhandelingen stroef. Vanwege de grote verdeeldheid trekt de commissie het voorstel nu dus in. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, liet weten dat Brussel wel samen met boeren en tuinders beleid wil uitwerken dat gericht is op het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Maar de doelstelling tot halveren vervalt hiermee dus.

Brengt die de Nederlandse ambitie Plantgezondheid 2030 in gevaar?

„Ik verwacht niet dat de overheid de doelstelling aan gaat passen, omdat de SUR is ingetrokken. Individuele landen stellen wat dat betreft toch hun eigen doelen. Je ziet hierin dat de noordwest-Europa daar wat verder en vooruitstrevender in te werk gaat dan de andere landen. Maar vergis je niet. Aandacht voor milieu en verduurzaming is niet alleen iets wat in noordwest-Europa of de EU speelt. Ook in Azië, Zuid-Amerika en Afrika is aandacht voor verduurzaming, wordt er gekeken naar de waterkwaliteit en mogelijkheden om te verbeteren. Wereldwijd dringt het besef steeds meer door dat waterbeschikbaarheid en waterkwaliteit essentieel zijn.”

Wordt door het intrekken van de SUR het ongelijke speelveld tussen Nederland en de rest van Europa niet vergroot?

„Deels misschien wel. Maar anderzijds zoals gezegd, is Nederland niet het enige land dat doelstelling ten aanzien van verduurzaming stelt. De ons omringende landen doen dat ook. En vergis je niet, de maatschappij en markt hebben hier ook een steeds grotere zeggenschap in. Als marktpartijen vragen om een duurzaam geproduceerde plant, dan is dat uiteindelijk doorslaggevend. Dan bepaalt de markt. Ik ben er ook van overtuigd dat de ingezette verduurzaming zich door zal ontwikkelen, of er nu wel of geen wetgeving wordt gemaakt die dit vereist.

Kwekers zijn zich ook echt wel bewust van het nut om duurzaam en weerbaar te kweken. De een zoekt hier alleen sneller de grens van het mogelijke dan de ander. Je hebt altijd voorlopers, een middenmoot en de achterlopers. Maar die laatste groep verdwijnt uiteindelijk automatisch, waardoor je als sector gemiddeld uiteindelijk ook duurzamer wordt.”

Waarom verdwijnen de achterlopers?

„Omdat de achterhoede grotendeels wordt gevormd door kwekers die te kleinschalig zijn om investeringen te doen of omdat ze tegen de pensioengerechtigde leeftijd zitten en geen opvolging hebben, waardoor het doen van investeringen in bijvoorbeeld nieuwe spuitmachines momenteel gewoon niet lonend is. Maar dit zijn dus kwekers die er over vijf tot tien jaar niet meer zijn.”

Dus eigenlijk hebben we wetgeving niet nodig en dan zijn we over vijf jaar alsnog nagenoeg emissieloos?

„Zonder wetgeving gaan we ook zeker die kant op, met wetgeving is de dwang om gas op de plank te houden groter. Maar de dwang kan ook te groot zijn. Als wet over wet heenvalt, regel na regel wordt geïntroduceerd. Eigenlijk zelfs voor de impact van die ene wet of regel zijn invloed kan laten zien. Dat zie je de laatste jaren heel sterk. De sector krijgt de ene na de andere plicht over zich heen. Soms staat het een zelfs haaks op het andere, soms is het een nog verdere verzwaring van het voorgaande. En daar worden ondernemers murw van. Dat zie je momenteel heel duidelijk. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. Er zijn niet voor niks momenteel in grote delen van Europa boerenprotesten. Met de huidige regeldruk vanuit de overheden, kunnen boeren en kwekers niet meer ondernemen.

En het is ook niet terecht. In het verleden is de manier van bemesten en gewasbescherming misschien niet goed geweest, maar het heeft wel de productieverhoging gebracht die we nu hebben. Dat we met de huidige kennis nu weten dat het anders moet, is prima. Maar je kan de huidige generatie boeren en kwekers niet afrekenen op fouten uit het verleden. Omdat er in het verleden te veel stikstof is gebruikt, kan je nu niet zeggen dat we het dan maar achterwege moeten laten. Een plant heeft voedingsstoffen nodig om te groeien, om zich te ontwikkelen tot weerbare plant. De huidige maatregelen ten aanzien van het beperken van gebruik van dierlijke mest, werkt averechts. Je dwingt kwekers dan te kiezen voor kunstmest, wat de bodem en plantweerbaarheid juist niet ten goede komt.”

In bijvoorbeeld de glasgroente wordt in de zoektocht naar weerbare teelt veel aandacht besteed aan resistente rassen. In de boomkwekerij is dat nog nauwelijks aan de orde.

„Als het om gewaskeuze gaat, kunnen er zeker nog stappen worden gezet. Maar dat geldt niet alleen voor de boomkwekerij. De hele land- en tuinbouw heeft er baat bij als veredelingstechnieken zoals CRISPR-CAS ingezet mogen worden, omdat er dan in de verdeling veel gerichter gestuurd kan worden op weerbaarheid en plantgezondheid.

Gelukkig is hier in de Europese Commissie momenteel ook aandacht voor. Maar het is nog geen gelopen race of dergelijke technieken toepasbaar worden. Met name vanuit de biologische hoek is hier veel weerstand tegen.”

Moeten we uiteindelijk niet allemaal naar biologische productie toe?

„Ik ben ervan overtuigd dat een zekere mate van chemische gewasbescherming noodzakelijk blijft. Planten zijn niet anders dan mensen; je moet zorgen voor gezonde voeding, goede omstandigheden, maar je kan nooit helemaal uitsluiten dat je een keer te maken hebt met ziekte. En dan is het goed dat er medicijnen zijn. Zonder dat laatste redmiddel, breng je de voedselveiligheid in gevaar.”

En is dat redmiddel dan ook nodig voor sierteeltproducten?

„Ja! Boomkwekerij is weliswaar sierteelt, maar boomkwekerijproducten zijn onmisbaar voor een gezonde, prettige leefomgeving. Om nog maar te zwijgen over de CO2-vastlegging. Regelmatig duikt op kwekersbijeenkomsten de vraag op waarom wij als boomkwekers ons CO2-footprint moeten berekenen. Bomen zorgen immers juist voor de vastlegging. We kweken een mooi, maar dus ook een noodzakelijk product.

Overigens is er vanuit consumenten echt wel begrip voor dat die medicijnkast voor noodgevallen beschikbaar moet blijven als je het ze uitlegt. De land- en tuinbouw is echter niet zo sterk in het vertellen van ons verhaal, terwijl NGO’s daar in uitblinken. Daar ligt voor ons nog een taak.”  <

De Boomkwekerij 4, 2024

Gerelateerde content

Abonneer
Laat het weten als er
Registreren

Selecteer een van de demo’s en krijg vijf dagen gratis toegang tot PlatformGroen

Onbeperkt gebruik maken van PlatformGroen?
Bekijk de mogelijkheden.

Heeft u een abonnement op Tuin en Landschap en/of De Boomkwekerij, maar geen account?
Neem contact met ons op.

Al een account?
Inloggen

Log hier in met uw account van Tuin en Landschap en/of De Boomkwekerij.

Heeft u een abonnement op Tuin en Landschap en/of De Boomkwekerij, maar geen account?
Neem contact met ons op.

Sluit venster
  • Feedback ontvangen wij al te graag!

Sluit venster