Vruchtboomkwekers worden regelmatig door fruitkwekers geconfronteerd met vergoedingseisen voor inboet in verband met het optreden van vruchtboomkanker de eerste jaren na aanplant. Uit recent onderzoek van Wageningen University & Research blijkt echter dat de kans op besmetting in de vermeerdering nihil is.
Minder dan 2% van de kankerinfecties komt voort uit infecties via uitgangsmateriaal. De voornaamste bron van infecties liggen in of rondom de boomgaard van de fruitteler zelf, zo blijkt.
In het onderzoek is ook gekeken naar mogelijke waardplanten en in hoeverre deze soorten na besmetting ook daadwerkelijk ziek werden, dus kankers kregen, waaruit vervolgens weer sporen van de schimmel werden geproduceerd. Dat laatste bepaalt namelijk of ze een besmettingsbron vormen. Hieruit bleek dat naast appel ook peer, els, haagbeuk, hazelaar, ratelpopulier, zomereik en lijsterbes waardplanten zijn voor de schimmel Neonectria ditissima die vruchtboomkanker veroorzaakt. Een belangrijke ontdekking, omdat een aantal van deze soorten, zoals els, hazelaar en lijsterbes, vaak in de windsingels rondom fruitpercelen staan. Onderzoekers adviseren daarom fruitkwekers om niet alleen de bomen in de boomgaard, maar ook de windhagen regelmatig te controleren op de aanwezigheid van kankers. Gevonden kankers moeten eruit worden gesnoeid, het besmette hout worden verwijderd en weggehouden worden van de boomgaard.