Ongeveer de helft van de achthonderd bomen in appel- en perenmuseum Fruithof in het Drentse Frederiksoord is op naam gebracht. Met moderne technieken kunnen nuttige eigenschappen in deze genenbank snel worden opgespoord om nieuwe rassen te kweken. „De oprichters van dit erfgoed realiseerden zich niet hoe belangrijk hun werk zou worden.”
Appel- en perenmuseum Fruithof in het Drentse Frederiksoord telt zo’n achthonderd hoogstamfruitbomen, verdeeld over 550 verschillende rassen appels, peren en pruimen. Met hulp van de Wageningen University & Research (WUR) en de modernste technieken wordt gewerkt aan het in kaart brengen van de collectie die bestaat uit historische rassen.
Daarmee vormt die een belangrijke genenbank voor de toekomst. „Ongeveer de helft van onze bomen is gedetermineerd. Onze medewerkers zijn in het verleden bij boeren langsgegaan om in de oudste boomgaardjes te zoeken naar rassen die we nog niet in de collectie hadden”, vertelt Marianne van Lienden. Zij houdt zich bezig met de determinatie en is een van de beheerders van de collectie.