Afgelopen week presenteerde minister Schouten van LNV het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030. Een ambitieus plan. Maar niet onhaalbaar, denkt Henk Raaijmakers, voorzitter van de LTO vakgroep Bomen, Vaste Planten en Zomerbloemen. Mede omdat de overheid wel financiële middelen beschikbaar stelt.
Land- en tuinbouw zijn met de natuur verbonden, als onderdeel van de kringlooplandbouw, waarbij er nagenoeg geen emissie naar het milieu is en residu op het product.’ Dat is waar land- en tuinbouw in 2030 moeten staan volgens minister Schouten van LNV. Niet 100% zonder emissie en niet per definitie zonder gewasbescherming, maar nagenoeg zonder emissie. „Dat is een belangrijke nuancering”, aldus Henk Raaijmakers. „Want zonder gewasbescherming gaan we het niet redden en dan had LTO ook geen handtekening onder het programma gezet.”
Dat hebben ze nu wel, samen met nog twaalf partners, waaronder twee ministeries. Agrodis, Artemis, Ctgb, Cumela, Fedecom, LTO Nederland, Natuur en Milieu, Nefyto, NVWA, Plantum, Unie van Waterschappen, Vewin, het Ministerie van LNV en het Ministerie van IenW tekenden allemaal en hebben hiermee toegezegd zich maximaal in te zetten om de beoogde doelstellingen te halen en daar waar nodig initiatieven te ondernemen. De ambitie is om Nederland koploper te maken op het gebied van duurzame gewasbescherming, waarmee kwekers en ketenpartijen zich onderscheiden op de internationale markt.