Door bij het ontwerp rekening te houden met de standplaatstypen die planten in de natuur hebben, kun je beplantingen ontwikkelen die met relatief weinig onderhoud jarenlang een hoge kwaliteit bieden. Dit artikel is het eerste uit een serie over efficiënt gebruik van vaste planten.
Vaste planten die wij gebruiken komen uit verschillende delen van de wereld en groeien van nature in totaal verschillende omstandigheden. Sommige soorten komen uit natte, voedselrijke graslanden en andere uit zongeblakerde, rotsige steppen. Weer andere soorten komen uit loofbossen waar in het voorjaar vocht en licht in overvloed zijn, of uit halfopen naaldbossen waar ’s zomers een enorme hoeveelheid regen valt. En al die planten staan rijp en groen door elkaar in onze tuinen; geen wonder dat er nog wel eens wat doodgaat.
De standplaatsinformatie op de labels is meestal niet toereikend: zon, (half)schaduw en al dan geen moerasplant is echt te summier. Wie een duurzame beplanting wil ontwerpen, heeft meer informatie nodig: als de plant op een plek staat waar hij het naar de zin heeft, is hij het mooist, het gezondst en leeft het langst.