Spechten hakken in het voorjaar gaatjes in bomen om het uitdruppelende vocht op te likken. Het mineraal- en suikerrijke vocht is een aanvulling op hun voeding en de zoete sapvloei trekt insecten aan die ze als bijvangst eten. De gaatjes groeien dicht waarna bobbelige littekens ontstaan, die jarenlang als ’parelsnoeren’ op de stammen zichtbaar blijven.
In april 2022 werden in het Renkums Beekdal bij toeval vele tientallen merkwaardige gaatjes in stammen van gezonde jonge winterlindes gevonden. De gaatjes zaten keurig naast elkaar in horizontale ringen als ‘parelsnoeren’ op de stam. Sommige gaatjes waren vers en voelden vochtig aan, andere waren ouder en dichtgegroeid waarna er bobbelige littekens zijn ontstaan. De horizontale ‘parelsnoeren’ zitten op een onderlinge afstand van enkele centimeters. De gaatjes zijn 3 tot 8 mm breed en een paar millimeter diep.