De schijnhazelaar mag wat Annemieke Langendoen betreft zeker niet ontbreken in het lijstje van lentebodes. Deze heester verdient volgens haar zeker een plaats tussen de eerste bloeiende sneeuwklokjes en krokussen een dikke februari-hommel of de eerste zwaluwen die gespot worden.
Zodra het gaat over heesters als eerste lentebode, dan kom je al snel op hazelaar, gele kornoelje of sleedoorn. Maar ook de toverhazelaar en staartaar Stachyrus praecox komen wat mij betreft in aanmerking. De bloei van de schijnhazelaar is wat later dan de genoemde struiken, maar daardoor markeert het bloeien van deze struik juist het echte begin van de lente.
Corylopsis pauciflora, de armbloemige schijnhazelaar, is waarschijnlijk de soort die het meest wordt toegepast in tuinen. Deze kleinste van de schijnhazelaars is zeer geschikt voor lage beplantingen en kan eenvoudig in borders ingepast worden als struik tussen de vaste planten. Omdat Corylopsis bloeit voordat de border hoog is krijgt ze volop aandacht, al is het mooi om haar naast een pad of vooraan in de border te situeren om daar nog meer van te kunnen genieten. Voor een goed resultaat is een humusrijke grond het best voor deze trage groeier, maar ook andere grondsoorten zijn mogelijk. Zelfs kleigrond verdraagt ze, al wordt de plant dan eerder kniehoog, met een breedte van 1 m dan de gebruikelijke hoogte en breedte van 1,2 tot 1,5 m.