De Waalkade in Nijmegen had het allemaal al: een fenomenaal uitzicht op de rivier met zijn karakteristieke bruggen, een historische haven en terrassen aan het water. Toch bleven de mensen weg en was er onder de horeca-ondernemers veel verloop. De aanplant van bomen en grasvelden heeft daar verandering in gebracht. Nu is de kade een nieuwe pleisterplaats geworden.
Het is dit jaar uitzonderlijk warm op de derde zondag in september. Dit betekent topdrukte langs de Waalkade in Nijmegen. De terrasjes bij de gevel zitten vol, voetgangers flaneren langs de rivier, mensen zitten op de overal aanwezige betonnen randen en fietsers pikken de kade mee op hun toertochtjes. Nu de plek is ingericht met grasvelden en bomen, en de auto er verboden is, is het dan ook een aangename plek om te komen én te blijven.
Dit was tot een paar jaar geleden heel anders. Toen stonden er nog tientallen auto's geparkeerd, ruim honderd kon de kade er kwijt. Lokale politici spraken zelfs over ’de betonnen schandplek van de stad’. Horeca-ondernemers hadden hun terrassen aan het water. „Maar het liep niet goed”, zegt Mathieu Schouten, landschapsarchitect van de gemeente en degene die het nieuwe ontwerp heeft gemaakt. „Er was veel verloop onder de uitbaters.” En dat terwijl de Waalkade een unieke plek is: hier maakt de Waal een bocht en stroomt de stad binnen. Een plek vol potentie. Dat vonden ze bij de gemeente ook, daarom werd besloten om de stenen kade drastisch aan te pakken.