De belangstelling voor Vaccinium corymbosum groeit. Bij de rassen voor de fruitteelt speelt klimaatbestendigheid per regio een belangrijke rol, bij de rassen voor de particuliere tuin de compacte groei.
Ontwikkelingen met nieuwe rassen van Vaccinium corymbosum voor de fruitteelt zijn er volop, zowel op het noordelijke als zuidelijke halfrond. Grofweg is er een tweedeling te maken in Northern Highbush Varieties en Southern Highbush Varieties. Planten uit de eerste groep hebben gemiddeld 800 tot 1200 koude-uren nodig met temperaturen onder de 7°C. Voor planten uit de tweede groep speelt dat minder. De ontwikkelingen binnen die tweede groep gaan sneller en zijn uitgebreider, vooral vanwege de betere groeikracht op het zuidelijk halfrond. Omdat zuidelijke rassen moeite hebben met het noordelijke klimaat wordt er tussen de twee steeds vaker gekruist. De toekomst moet uitwijzen of al die vernieuwingen ook daadwerkelijk een aanwinst zijn voor Nederland met zijn onvoorspelbare klimaat.
Bij de zoektocht naar nieuw, verbeterd sortiment wordt onder andere gekruist tussen rassen. Zo is ‘Aurora’ – afkomstig van de bekende blauwe bessenveredelaar James F. Hancock, Michigan State University – een kruising tussen ‘Brigitta Blue’ en ‘Elliott’. De vrij recent en door dezelfde veredelaar geïntroduceerde ‘Huron’ is ontstaan uit ouderplanten V. corymbosum, V. darrowii en V. angustifolium.