Afgelopen zondag sloot Keukenhof dat dit jaar het 75-jarig bestaan vierde, onder andere met een overzichtstentoonstelling in het Julianapaviljoen. Ruim 1,4 miljoen mensen bezochten het park. Mede dankzij de Lissese lentetuin is de tulp uitgegroeid tot een wereldwijd icoon. Maar in hoeverre heeft het park ook bijgedragen aan de ontwikkeling van de Nederlandse tuin?
Als ik terugdenk aan de tuin bij mijn ouderlijk huis in de jaren ’70 zie ik grindtegels en bielzen, en borders vol bloeiende tulpen. De tegels en bielzen zijn uiteraard te danken aan Mien Ruys, die andere icoon van de Nederlandse tuincultuur die dit jaar een jubileum viert. De tulpen werden ieder najaar plichtsgetrouw aangeplant door mijn vader.
Na ruim vijftig jaar zijn de grindtegels en bielzen uit de meeste Nederlandse tuinen verdwenen. Bollen worden echter in menig tuin nog ieder jaar aangeplant. In plaats van de traditionele langstelige tulpen zien we steeds vaker botanische soorten, en ook boshyacinten en anemonen tussen de vaste planten. Voordeel is dat deze bollen niet jaarlijks vervangen hoeven te worden, maar meerdere jaren blijven terugkomen in de tuin.
Lasagne-beplanting
Eind april wandelend door de Keukenhof valt op hoeveel tulpen al aan het einde van hun latijn zijn. Een combinatie van een zachte winter en een guur voorjaar met hagel en harde wind, heeft ervoor gezorgd dat veel bloemen er minder florissant bij staan.
Niet voor niets heeft Keukenhof enkele jaren geleden al besloten om een week eerder te sluiten; aan het einde van het seizoen was door versnelde bloei vaak al heel veel in het park uitgebloeid. De tuinmannen zijn, twee weken voor de sluiting, dan ook nog druk in de weer om verse voorgebroeide tulpen en narcissen aan te planten tussen de perken. Zo is er voor de bezoekers die in mei het park bezoeken ook nog voldoende bloei te zien.
Ook de al vele jaren toegepaste lasagne-beplanting zorgt daarbij voor een langere periode van bloei in het park. Bollen worden in verschillende lagen geplant, met een mix van vroege en later bloeiende soorten, zodat gedurende de hele opening van Keukenhof er bloemen in bloei staan.
Wat verder opvalt is dat in het gedeelte van het park rond het Julianapaviljoen, waar veel bomen vol in het blad staan, de beplanting er nog het beste bij staat. Hier zijn ook meer botanische soorten aangeplant, die blijkbaar beter bestand zijn tegen de wisselende weersomstandigheden.
Trends
Aangekomen bij de tentoonstelling ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum lezen we: „Keukenhof inspireert haar bezoekers met verschillende stijlen in tuinen, waarbij bolbloemen een belangrijke rol spelen. Het park wordt elk jaar opnieuw vormgegeven.”
Dit was ook bij de aanvang van de bloemententoonstelling, enkele jaren na de oorlog, deel van de opzet: „De ontwerper van Keukenhof laat zich inspireren door de (mode)trends en past de wensen van de bloembollenkwekers toe in het tuinontwerp. De bezoekers nemen zo nieuwe ideeën mee naar huis, die zij zelf toe kunnen passen.”
Er is dus sprake van een tweeledig doel; enerzijds de promotie van de Nederlandse sierteeltsector met de nadruk op bloembollen, anderzijds het inspireren van de bezoekers en het promoten van de tuincultuur.
De eerste jaren werd in Keukenhof ook een heuse tuinbeoordelingswedstrijd georganiseerd. De jury bestond uit niemand minder dan de prinsessen Beatrix, Irene en Margriet. Deze laatste prinses opende dit jaar ook de huidige jubileumeditie van de Keukenhof.
Duurzaamheid
Net zo goed als Keukenhof invloed heeft op tuintrends, hebben grotere maatschappelijke trends ook invloed op Keukenhof. Zo is er de laatste jaren meer aandacht voor zaken als klimaatverandering en duurzaamheid.
In het deel van het park waar jaarlijks diverse inspiratietuinen worden aangelegd, is enkele jaren geleden door tuinontwerper Nico Wissing van NL Greenlabel een duurzame tuin aangelegd. De tuin met de titel ’Reconnection with nature’ was geïnspireerd door de tuin die Wissing in 2017 aanlegde voor de Amerikaanse Philadelphia Flower Show: een natuurlijke tuin, vormgegeven met materialen uit de natuur en met ruimte voor reflectie en bezinning. Helaas ging Keukenhof dat jaar wegens de coronapandemie niet open.
In hetzelfde deel van het park zijn dit jaar de natuurlijke beplantingen van Carien van Boxtel te bewonderen die, in tegenstelling tot de meeste beplanting in het park, gewoon weer terugkomt volgend seizoen. Van Boxtel gebruikt in de borders die ze voor JUB en Rijnbeek Perennials heeft ingericht, veel botanische bollen in combinatie met vaste planten.
Deze borders zien er natuurlijker uit en de beplanting mag na de sluiting van het park gewoon in de grond blijven zitten. Het past in een trend van meer natuurlijke beplanting en een duurzamere aanpak. Rustpunten tussen het kleurengeweld noemt de ontwerper het zelf.
Selfies
Voorlopig nemen de meeste bezoekers vooral selfies met de meest bontgekleurde en veelvormige tulpen en andere bolbloemen. Mede dankzij social media is het aantal jonge bezoekers de laatste jaren enorm toegenomen.
Wellicht wordt hiermee een nieuwe generatie tuiniers beïnvloed en gaan ook zij in eigen tuin of op balkon aan de slag met bollen en vaste planten. Daarmee lijkt de missie van Keukenhof, die 75 jaar geleden werd geformuleerd, meer dan geslaagd.
Ontwerpers door de jaren: van strakke vlakken naar organische vormen
Door de jaren heen kende het park veel verschillende ontwerpers. Het oorspronkelijke ontwerp in 1949 werd gemaakt door tuinarchitect Willem van der Lee. Daarbij bleef het parkontwerp van Johan David en Louis Paul Zocher uit 1854 uiteraard de basis. Met name rond de grote vijver van Keukenhof is dit ontwerp nog steeds duidelijk herkenbaar.
In de eerste decennia lag de nadruk vooral op het park als bloemententoonstelling. In de borders werden bollen – voornamelijk tulpen, hyacinten en narcissen – aangeplant in eenvormige stroken.
Het duurde tot 2004 eer de eerste gemengde beplantingen in het park werden aangeplant. Verantwoordelijk voor deze noviteit was tuinarchitect Jacqueline van der Kloet. In dat jaar kreeg ze de vraag om het gebied tussen de molen en het Willem-Alexander Paviljoen opnieuw in te richten.
Van der Kloet, tot 2011 actief als ontwerper voor dit deel van Keukenhof, zorgde voor een meer open landschap en koos bij de inzendingen voor gemengde beplanting. Voor de inzenders was dat even wennen, maar het publiek vond de nieuwe borders prachtig.
Inmiddels zijn de borders met mengsels van bollen en vaste planten niet meer weg te denken uit het park. En ook in de openbare ruimte en de Nederlandse tuinen heeft deze trend zich doorgezet.
Na Van der Kloet was vanaf 2014 Martin Elling ontwerper van het park. Elling was eerder betrokken bij de Lentetuin Breezand. Hij introduceerde wat strakkere borders, met rond de vijver vooral kleurvlakken en achter in het park meer mengsels met bijzondere bolgewassen en Fritillaria.
In 2019 startte de huidige ontwerper Frans Beijk. Beijk is meer van de organische vormen die met name goed aansluiten bij de Engelse landschapsstijl in het oude deel van het park.