Het wordt door sommige reizigers al het mooiste station van Nederland genoemd: het vorig jaar opgeleverde landgoedstation Driebergen-Zeist. Met 320 bomen, glooiende lijnen en zichtlijnen naar de prachtige landgoederen waarin het station ligt, bewijst Arcadis dat je zelfs middenin een hard civiel project de natuur kunt beleven.
Als we elkaar ontmoeten op station Driebergen-Zeist, neemt Luc Veeger, architect en stedenbouwkundige bij Arcadis, me meteen mee naar het nabije landgoed de Breul. Een van de vijf landgoederen die het spoortracé doorsnijdt. In een paar minuten lopen - waarbij we onder meer de drukbereden Hoofdstraat passeren - bevinden we ons in een compleet andere sfeer. Van de drukte die infrastructuur nou eenmaal met zich meebrengt, ervaren we rust door de landschappelijke inrichting van meanderende paden, bosschages, waterpartijen, de statige brug en een glooiend beukenbos.
„Daarmee zijn we als projectteam van Arcadis destijds zelf ook begonnen’’, zegt Veeger, „de sfeer van de omliggende landgoederen proeven. De kwaliteit van het gebied in beeld brengen, want die kwaliteit die heb je al.’’ Behalve De Breul ligt ten noorden van het spoortracé landgoed Bornia en ten zuiden Beerschoten-Willinkshof, De Reehorst en Bloemenheuvel. „Dat thema wilden we op het stationsgebied brengen, het station zogezegd als een landgoed inrichten.’’ Zo is dan ook de kreet stationslandgoed of landgoedstation ontstaan.