Na twee coronajaren waarin de IPM in januari niet doorging, zocht de beursorganisatie naar een alternatief. Een zomereditie moest voor hernieuwde binding met standhouders en bezoekers zorgen, maar de vraag is of de beursorganisatie daarin is geslaagd. Veel standhouders vonden het veel te rustig en spreken van een tegenvallende beurs.
In aanloop naar IPM Summer Edition op 13 en 14 juni hadden zich zo’n 225 bedrijven aangemeld. Ter vergelijking: Dit is ongeveer 15% van de 1.500 standhouders die normaal gesproken aan de IPM in januari deelnemen.
Veel standhouders beklaagden zich over de manier waarop de IPM-beursorganisatie hen in aanloop naar de beurs had benaderd. Vooral de toon waarop zij meldde dat standhouders wellicht hun plek zouden verliezen op de komende wintereditie, schoot bij een behoorlijk aantal in het verkeerde keelgat. ’Afpersing’, volgens de een. ’Een mes op de keel’, volgens een ander. Maar voor een aantal bedrijven vormde dit een extra reden om – na aanvankelijke twijfel - toch aan deze zomereditie deel te nemen.