De rupsen van de wilgenhoutvlinder zijn houtboorders, die meerdere jaren in het hout van loofbomen leven. De gaten en gangen die ze veroorzaken, kunnen een verwoestende werking hebben op zelfs de grootste bomen. De rupsen zijn opvallend lang en zijn bovendien te herkennen aan een karakteristieke azijnlucht.
De wilgenhoutvlinder behoort tot de familie van de houtboorders (Cossidae), een naam die is ontleend aan de leefwijze van de rupsen. De familie bestaat wereldwijd uit bijna 1.000 soorten, waarvan er drie in Nederland voorkomen. De vlinders vliegen ’s nachts en kunnen geen voedsel opnemen omdat hun roltong niet volledig is ontwikkeld. Het zijn de rupsen van deze vlinder die voor de schade zorgen.
Wilgenhoutvlinders komen verspreid over het land voor, vaak bij rivieroevers, moerassen, bosranden en graslanden, maar ook in tuinen. Hoewel de rupsen veel voorkomen in wilgen en populieren, worden ze de laatste jaren ook steeds vaker gesignaleerd in eikenbomen.