Het is vragen om problemen: een tuin aanleggen als een verbouwing volop gaande is. Maar het is even niet anders. Dus ik bespreek met de bouwaannemer de toegankelijkheid en o ja, kan alle zooi die her en der ligt opgeruimd worden? Er wordt een ’opruim-Pool’ beloofd en de busjes worden van de oprit geweerd. Ben benieuwd…
Maar het gaat goed. Een partij gipsplaten zetten we met de kraan op het balkon. Intussen zorgt loodgieter Willem, een boomlange kerel onder de tatoeages, voor de wateraansluiting in de tuin. Het werk gaat voorspoedig en de schaft met elkaar is ronduit gezellig… Tot Kees.
Elektricien Kees is van het cynische soort. „Staat mijn auto in de weg? Kost je een kratje bier!” Elke dag hetzelfde getreiter. Mijn ergernis gaat me een beetje op de zenuwen werken. De flauwe grappen zijn niet van de lucht en daarmee heeft Kees de lachers op zijn hand. „Je zal maar bij zo’n gozer in de klas zitten”, bedenk ik, „dan heb je met Kees gegarandeerd een pispaal.” Ik neem me voor om er geen aanstoot aan te nemen. Heb wel wat anders te doen. De tuin wordt mooi. De grondkeringen staan en ook de zitkuil krijgt vorm.