Afgelopen weekend zat mijn agenda goed vol. Vrijdagavond weg met oud-studiegenoten van de opleiding. Daarna het vieren van de liefde van een bevriend stel op zaterdag, en het zien van de schoonfamilie voor een verjaardag op zondag.
Met daartussen de handen vol in en om huis en tuin. Een weekend waarvan ik in de winter zou kunnen denken: ’Pfff, laat deze maar aan me voorbijgaan, te druk, te veel.’ Want er moet immers hiernaast ook nog gewerkt worden. Wat zuinig zijn met die batterij. Maar tijdens zo’n zonovergoten voorjaarsweekeinde stroomt de energie en kan al deze drukte goed naast elkaar bestaan.
De natuur ontwaakt uit haar winterslaap, de voorjaarsbollen schieten uit de grond. Het grijs van de winter maakt plaats voor kleur. Met eerst de bescheiden sneeuwklokken, maar al snel volgen de krokussen en narcissen en een apotheose van tulpen in alle kleuren van de regenboog. Ondertussen sluiten de bomen gestaag aan, al dan niet uitbundig met bloesem, maar sowieso met alle tinten groen die we hebben willen. De natuur raakt opgeladen door de zon en geeft deze energie door aan mij.