Het is drie uur op zondagmiddag en ik scharrel met de waterslang in mijn hand door mijn privétuin. De afgelopen warme weken hebben hun sporen achtergelaten.
Zelf zocht ik verkoeling in de Wiener Alpen en aan de Zeeuwse kust. En nu is hier het gras rood, de hortensia’s hangen slap en het lampepoetsersgras heeft het inmiddels opgegeven. Alles ligt bezaaid met verdroogde bladeren van de platanen, lindes en fruitbomen. Het is om triest van te worden. Om erger te voorkomen, besloot ik deze dag te gebruiken om toch maar te gaan bewateren.
Dat is eigenlijk tegen mijn principes. Toen ik 25 jaar geleden de tuin aanlegde, vond ik een beregeningsinstallatie niet nodig. Beregenen was noodzakelijk in de eerste maanden na aanleg, daarna zou de tuin zichzelf wel weten te redden.