Afgelopen weekend vond de jaarlijkse tuinvlindertelling plaats. In totaal zijn er op 15, 16 en 17 juli meer dan 73.000 vlinders geteld.
De meest getelde vlinder was de dagpauwoog. Met meer dan 16.700 exemplaren werd deze veel vaker geteld dan de rest. Op de tweede plek eindigde atalanta. Het klein koolwitje is geëindigd op de derde plaats.
Een verrassing dit jaar is volgens De Vlinderstichting de keizersmantel. Dit is een soort die normaal niet veel voorkomt, maar tijdens deze telling door het heel land is waargenomen. Daarnaast viel op dat de nummer één van dit jaar, de dagpauwoog, vooral is waargenomen in het noorden van het land. De aantallen in het zuiden waren een stuk lager.