De aanscherping van het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e APN) heeft op het eerste oog weinig gevolgen voor ondernemers in de boomkwekerijsector. De verantwoordelijke ministers Staghouwer van LNV en Van der Wal voor Natuur en Stikstof waren daarom gevraagd door de Europese Commissie.
Staghouwers voorganger Schouten diende eind vorig jaar het 7e APN in bij de Europese Commissie, om de mestderogatie voor Nederland te verlengen. Dat is de ontheffing van de Europees vastgestelde maximale bemestingsnorm.
Onvoldoende
De Europese Commissie vond de milieumaatregelen in het 7e APN echter onvoldoende. De aanvraag voor derogatie werd gestaakt, en zou pas bij een aanvullend pakket hervat kunnen worden. Dat gebeurt ook, nu dat er een toevoeging op het 7e APN ligt.
De aanvullende plannen raken vooral de veehouderij. Zo wordt als doel gesteld dat de melkveehouderij over tien jaar volledig grondgebonden is. Ook wordt er verder werk gemaakt van een zogeheten beëindigingsregeling en wordt het mestproductieplafond aangepast.
Oppervlaktewater
Toch kunnen ook boomkwekers iets gaan merken van de aanvullingen. Mochten, in het uiterste geval, maatregelen in de veehouderij niet volstaan om in een gebied de kwaliteit van het oppervlaktewater op peil te krijgen, kan de regeling voor opkoop of beëindiging ook voor bedrijven in de open teelten worden gebruikt.
Op uitspoelingsgevoelige gronden komen vrijgevallen gronden door deze aanvulling op het 7e APN alleen nog maar beschikbaar voor teelten met lage uitstoot en uitspoeling van mestresten in het grondwater.
Omgevingswet
Er zal verder een Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) worden opgezet. Het NPLG bestaat uit een transitiefonds van 25 miljard euro die zullen worden ingezet tegen stikstofuitstoot, CO2-uitstoot, en voor oppervlaktewaterkwaliteit en natuurbeheer. De ministers hopen het NPLG te koppelen aan de Omgevingswet, zodra deze is ingevoerd.
Foto: Ron Barendse