Minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit was wel degelijk op de hoogste van de bezwaren van de Europese Commissie tegen het ‘overgangsjaar’ in aanloop naar de derogatieafbouw en verwante maatregelen uit het 7e APN.
Toen vrijdag 20 januari bleek dat de regeling van het overgangsjaar werd afgewezen door eurocommissaris Virginijus Sinkevicius van Milieu, werd dit door de minister en zijn ambtenaren nog afgedaan als ‘inschattingsfout’. Dat Adema’s beleid niet strookt met de in Brussel gemaakte afspraken, zou als een verrassing zijn gekomen.
Waarschuwing
Dat is niet het geval. Niet alleen is al op 27 oktober 2022 openbaar geworden dat de Europese Commissie geen ruimte ziet voor een overgangsjaar, op 19 december heeft Adema een waarschuwende brief ontvangen van Sinkevicius, meldt de NOS.
De Litouwse eurocommissaris is hierin klip en klaar: „In het bijzonder is het zorgelijk dat de Kamerbrief van 2 december lijkt te suggereren dat de verplichte mestvrije bufferstroken pas op 1 januari 2024 ingevoerd hoeven te worden. Terwijl toch duidelijk wordt aangegeven dat deze veplichting vanaf 1 januari 2023 geldt.”
Op 20 december, een dag na de ferme waarschuwing vanuit de EU te hebben ontvangen, stelt Adema in de Tweede Kamer nog altijd in overleg te zijn met Brussel: „Maar dat gesprek loopt en er is op zich wat ons betreft op dit moment geen reden tot grote zorg.” Volgens het ministerie had de minister de brief al wel binnen, maar nog niet gelezen toen hij deze uitspraak deed.
Woensdag debat
Woensdag staat een debat gepland tussen de minister en de Tweede Kamerleden die voor hun partij over landbouw gaan. Wat een algemeen debat over diverse onderwerpen zou worden, lijkt bijna alleen te gaan over de streep die door het overgangsjaar is gezet.
Zeker nu alle partijen, van zowel regering als oppositie, uitleg van de minister willen hoe dit heeft kunnen gebeuren, lijkt het voor Adema een lastig debat te worden.