De gemeenteraad van Berlijn heeft met grote meerderheid een wet aangenomen die het stadsbestuur verplicht om veel bomen aan te planten in de stad tot 2040.
De Klimaanpassungsgesetz (klimaataanpassingswet), heeft als uitgangspunt dat er meer stedelijk groen nodig is om de gevolgen van klimaatverandering te ondervangen. Daarom moeten er in 2040 meer dan een miljoen bomen in Berlijn staan. Dat zijn er nu nog geen half miljoen.
Parken en grasvelden
Het aannemen van de wet door alle partijen op het ultrarechtse Alternative für Deutschland na, geeft dus de aanzet tot een flinke aanplantopgave. Het aantal bomen in de Duitse hoofdstad zal daarbij meer dan verdubbelen.
Andere maatregelen die in de wet staan zijn het zorgen voor voldoende groene ruimtes om hittestress tegen te gaan. Naast het voorgeschreven aantal bomen gaat het bijvoorbeeld om parken en grasvelden. Verder wordt werk gemaakt van slim waterbeheer en lokale actieplannen voor bij extreme hitte.
Referendum
Berlijn kent de mogelijkheid waarmee burgers en organisaties zelf een wetsvoorstel kunnen indienen. Het voorstel voor deze wet is ingediend door het collectief BaumEntschied, dat is opgericht om met wetgeving Berlijn te helpen vergroenen.
Over de versie van een wet die de gemeenteraad aanneemt, moet officieel een referendum worden gehouden. Omdat deze klimaatwet van BaumEntschied onveranderd is aangenomen, een unicum, zijn de lokaal besturende partijen en BaumEntschied in gesprek om van een referendum af te zien.
Hogere kwaliteit
De Bund deutscher Baumschulen (BdB) is één van de aangesloten partners binnen BaumEntschied. Algemeen directeur van BdB is Markus Guhl. „Het besluit van de gemeenteraad is een duidelijke toezegging voor meer groen in onze steden – en daarmee voor een hogere kwaliteit van leven.”
„Het is nu belangrijk om de nieuwe juridische mogelijkheden te benutten en landelijke rolmodellen te ontwikkelen”, vervolgt de algemeen directeur. „Steden en gemeenten moeten zich verder verdiepen in de stedelijke groene ruimte en niet alleen stedelijke groene ruimten behouden zonder actief deel te nemen aan de verbetering ervan.”

