Rijkswaterstaat heeft eind oktober circa veertig iepen bij de Houtribsluizen in Lelystad gekapt. De bomen belemmerden het zicht van de bedienaars van de sluizen. De bomen worden hergebruikt als klink- en rivierhout, waardoor de waterkwaliteit en biodiversiteit verbeteren.
Rijkwaterstaat heeft de bomen aan de noordoostzijde van de sluis verwijderd, omdat ze het zicht op de afmeersteigers voor de ingang van de sluiskolk voor de bedienaars belemmerden. Zij konden niet goed inschatten of het veilig is om af te meren aan deze steiger. Hierdoor konden schepen instructies krijgen om af te meren terwijl er al schepen lagen.
Verbeteren biodiversiteit
De organisatie onderzocht verschillende manieren om het zicht vanaf de sluis te verbeteren, zoals het snoeien van de bomen of het plaatsen van camera’s rondom de bomen. Omdat deze oplossingen niet effectief of uitvoerbaar waren, is ervoor gekozen de bomen te kappen.
De verwijderde bomen worden hergebruikt als klinkhout of rivierhout bij natuurprojecten in het IJsselmeergebied om een leefgebied te bieden aan verschillende macrofauna- en vissoorten. Daarnaast groeien planten die van oorsprong in het gebied thuishoren sneller bij het klinkhout of rivierhout.
Rijkswaterstaat plant binnen drie jaar nieuwe bomen in de omgeving van het sluizencomplex, als compensatie van de verwijderde bomen. Dit gebeurt op een plek waar de bomen het zicht niet belemmeren.