Drie sierteeltgewassen komen mogelijk op de EU-lijst van invasieve exoten. Wageningen Social & Economic Research heeft de economische impact van een verbod in kaart gebracht.
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van de economische gevolgen van een mogelijk teelt- en handelsverbod op de gewassen Cortaderia selloana, Tradescantia fluminensis en Broussonetia papyrifera. Data zijn verzameld op basis van desk research en interviews met telers en stakeholders. In het rapport zijn de gevolgen voor Nederland, België, Duitsland, Polen en Denemarken in kaart gebracht
Grote gevolgen voor Nederlandse kwekers
De economische gevolgen voor Nederlandse telers van Cortaderia selloana (pampusgras) zijn groot volgens de onderzoekers, met name voor kwekers van pluimen. Uit een inventarisatie van Royal FloraHolland blijkt dat daar ongeveer tien kwekers jaarlijks ongeveer 2 miljoen stelen verhandelen. Dit vertegenwoordigt een omzet van ongeveer € 1 miljoen per jaar. Daarnaast zijn er tientallen kwekers die dit siergras vermeerderen en als plant verkopen aan particulieren en tuincentra.
Ook de gevolgen voor enkele kwekers van Tradescantia fluminensis (synoniem : Tradescantia albiflora) zullen groot zijn. Van de kamerplant worden via Royal FloraHolland jaarlijks rond de 1 tot 1,3 miljoen stuks verhandeld, met een bijbehorende omzet van € 1,4 miljoen tot € 1,8 miljoen. Een veel gekweekte cultivar is ’Nanouk’.
De gevolgen voor de telers van de boom Broussonetia papyrifera (papiermoerbei) zijn volgens de onderzoekers zeer beperkt.
Gebruiken bij besprekingen Brussel
De Europese Commissie gaat de genoemde drie soorten voordragen voor plaatsing op de EU-lijst van invasieve soorten. Het Ministerie van LVVN zal de impactstudie gebruiken bij de besprekingen in Brussel over de uitbreiding van de EU-lijst. Binnenkort wordt de consultatie van de Commissie verwacht.
Het rapport is te vinden via deze link