Het kabinet hanteert bij ruimtelijke ordening niet langer het principe ’water en bodem sturend’. Dat laat minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat; IenW) weten, mede namens minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening; VRO).
Eind 2022 besloot de overheid op initiatief van toenmalig IenW-minister Harbers en -staatssecretaris Heijnen dat bij de beslissingen over ruimtelijke ordening die worden genomen bovendien ’water en bodem sturend’ moeten zijn. De gebiedsgerichte aanpak staat hier niet los van. Hiervoor moet er met betrokken partijen per gebied worden gekeken wat de beste aanpak is.
Helemaal vrijblijvend is de uitkomst van zo’n overleg in een gebied overigens niet. Het kabinet heeft 33 structurerende keuzes gemaakt die de randvoorwaarden voor overheden en initiatiefnemers vormen bij de gebiedsinrichting, waarin onder andere is bepaald dat de grondwaterstand in heel Nederland wordt verhoogd en dat opslag, beheer en verbruik van grondwater beter in beeld moeten zijn.
Onbedoeld allesbepalend
Vanwege het belang van de woningbouwopgave wil minister Madlener hier minder streng mee omgaan, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. „Door sommigen werd ’Water Bodem Sturend’ ingevuld als ’Water en Bodem Bepalend’, en daarmee werd het onbedoeld allesbepalend en werd het vooral als een belemmering gezien voor de ruimtelijke ordening (…) en meer in het bijzonder voor de grote woningbouwopgave”, schrijft hij.
Madlener spreekt liever van rekening houden met water en bodem en dit zal de term worden die bij de Rijksoverheid ’water en bodem sturend’ vervangt. Rekening houden werkt twee kanten op, stelt de PVV’er. In de zoektocht naar meer woningbouwlocaties en creatieve oplossingen zal moeten worden geaccepteerd dat er bijvoorbeeld wel eens een tuin kan onderlopen.
Uitgangspunten
De uitgangspunten die al waren benoemd, onder meer het rekening houden met extremen; in samenhang omgaan met wateroverlast, droogte en bodem; en de integrale aanpak van de leefomgeving, blijven wel staan. Wat de nieuwe aanpak voor agrarische bedrijven in het buitengebied zal betekenen, blijft in het midden.
