Ook dit jaar ontwaakte de natuur vroeg uit haar winterslaap door de hoge temperaturen in februari en maart. Met als gevolg hooikoorts begin maart door de bloeiende berken. Het KNMI heeft onderzocht dat het groeiseizoen tegenwoordig gemiddeld ruim drie weken eerder start dan rond 1900. En het eindigt zo’n anderhalve week later. Daardoor duurt het groeiseizoen ruim vier weken langer.
„Elk jaar gaan planten weer groeien als eind winter, begin voorjaar de temperatuur omhooggaat. De ene soort ontwaakt wat eerder dan de andere. Maar grofweg kun je zeggen dat het groeiseizoen is begonnen als de temperatuur gemiddeld boven de 5ºC uitkomt en daar tot 1 juli niet meer onder komt. Het eindigt in het najaar als de temperatuur weer onder de 5ºC duikt,” aldus de onderzoekers van het KNMI.
„Tegenwoordig start het groeiseizoen gemiddeld ruim drie weken eerder dan rond 1900 en eindigt zo’n anderhalve week later. De lengte van het groeiseizoen is daardoor met ruim vier weken toegenomen.”
Waarneming
Ook uit waarnemingen door de Natuurkalender blijkt dat bloei en bladontplooiing gemiddeld een maand eerder beginnen dan wat vijftig jaar geleden normaal was. Vijftig jaar geleden zouden rond deze tijd de eerste paardenkastanjes, seringen, wilde lijsterbessen, appels en scherpe boterbloemen in bloei komen. De eerste beuken en zomereiken zouden net hun bladeren ontplooid hebben. Dit jaar ligt dat moment al weer een maand achter ons.
De vlier kwam vijftig jaar geleden pas in de eerste week van juni in bloei. Sinds de start van De Natuurkalender, het Nederlandse fenologische waarnemingsnetwerk, is er niet eerder zo’n vroege start van de lente geweest als dit jaar.
Hoge scenario: 300 dagen langer
Volgens de KNMI’23 klimaatscenario’s neemt de opwarming van de aarde verder toe. Daardoor neemt ook de lengte van het groeiseizoen in Nederland verder toe. Hoeveel hangt vooral af van hoeveel broeikasgassen de wereld nog gaat uitstoten door het gebruik van fossiele brandstoffen.
In het hoge scenario is de gemiddelde lengte van het groeiseizoen bijna 300 dagen in 2100, in het lage scenario 230 dagen. „Natuur en landbouw zullen zich verder aan moeten passen aan het veranderende klimaat.”