De Bijenstichting, Flora van Nederland en Stichting Steenbreek lanceren een campagne om tuineigenaren en gemeenten ertoe te bewegen minder en anders te gaan maaien: Maai Mei Niet. Ze adviseren tuinbezitters om in de maand mei (een deel van) het gazon niet te maaien. Al langer zijn er vergelijkbare campagnes in Engeland en Vlaanderen.
Door minder te maaien komen meer planten in bloei. Daardoor krijgen onder meer bijen, kevers, vlinders en hommels meer voedsel. Door het gras maar om de 4 weken te maaien, worden tot tien keer meer bijen aangetrokken, zo blijkt uit de ervaring die ze in Groot-Brittannië hebben met No Mow May. Daarbij is langer gras ook beter bestand tegen droogte en hitte.
Het areaal aan gazons in tuinen in Nederland is gelijk aan de oppervlakte van 11.000 voetbalvelden. Dat betekent dat dat behoorlijke impact kan hebben op de biodiversiteit. Voor Steenbreek, Flora van Nederland en de Bijenstichting aanleiding om de campagne van Maai Mei Niet in eerste instantie te richten op tuinbezitter. Gemeenten spelen bij het verhogen van de biodiversiteit echter ook een belangrijke rol met de bermen en groenstroken die een enorm areaal vormen. Dat gaat over vele duizenden strekkende kilometers: circa 140.000 kilometer bij wegen, 17.500 kilometer bij dijken en ongeveer 3000 kilometer bij spoor.
Maai Mei Niet Webinar
Voor gemeenten is de campagne ‘Maai Mei Niet’ een aanleiding om je nog meer bewust te worden van ecologisch bermbeheer. Het doel daarvan is het verhogen van de biodiversiteit.
Op dinsdag 17 mei organiseert Steenbreek het webinar ‘goed maaibeleid voor biodiversiteit’ in samenwerking met Kleurkeur en de gemeente Arnhem. Aanmelden kan via deze link.
Tuinbezitters kunnen hun gazon aanmelden via de website. Ze ontvangen dan tips en informatie over bloemen en bijen. Het laatste weekend van mei kunnen tuinbezitters kruiden tellen en doorgeven aan de organisatie. De Bijenstichting berekent vervolgens een nectarscore. Met alle resultaten van Nederland krijgt de organisatie inzicht in wat er groeit in onze omgeving. Ook geeft het een indicatie in welke mate de actie bijen helpt.