Veel paardenkastanjes kleuren al bruin. Dat kan komen door de droogte, maar waarschijnlijker wordt de herfstkleuring bepaald door de rupsen van de paardenkastanjemineermot. Mezen, met name koolmezen en pimpelmezen, blijken in staat te zijn om de kleine rupsjes tussen de twee bladlagen te lokaliseren en te vangen. Dat melden Hellingman Advies en Wageningen University op Naturetoday.
De paardenkastanjemineermot (Cameraria ohridella) is een exoot die sinds eind jaren ’90 in ons land te vinden is, en inmiddels is ingeburgerd. De mineermot zelf is vier tot vijf millimeter groot. De witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) is in principe de waardplant. De motjes kunnen echter ook in andere kastanjesoorten en esdoorn overleven.
De rupsen van de paardenkastanjemineermotten zijn slechts drie millimeter groot. De eitjes worden op het blad afgezet. De rupsen vreten een weg naar binnen en vreten het bladmoes weg. Daardoor ontstaan er mijnen in het blad.
Bij een zware aantasting zorgen de vele mijnen ervoor dat de bladeren al in de loop van de zomer verdorren, waardoor ze een herfstige aanblik krijgen. In principe heeft de paardenkastanjemineermot drie generaties per jaar. In warmere zomers zoals dit jaar kunnen het er meer zijn.
Bekijk hieronder de video van mezen die op rupsjes jagen van Hellingman Onderzoek en Advies: