Van 24 tot en met 26 januari is het weer tijd voor de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland. Sinds de start van de telling in 2003 heeft de vogelbescherming een steeds beter beeld gekregen van de vogelpopulaties in de winter.
De tuinvogeltelling levert waardevolle inzichten op over de vogelsoorten die het moeilijk hebben in de stad. Het blijkt dat de huismus (foto) nauwelijks meer in de Randstad te zien is, het aantal merels in tuinen afneemt en de spreeuw langzaam uit Nederland verdwijnt. Dit heeft onder meer te maken met het verdwijnen van groene heggen – deze maken vaak plaats voor houten schuttingen – en het vervangen van rommelhoekjes en inheemse struiken door tegels. Deze veranderingen zorgen ervoor dat vogels steeds minder plekken vinden voor voedsel en schuilplaatsen, wat hun overlevingskansen in de stad verkleint. Het aantal versteende buurten is de afgelopen vijf jaar met bijna 8% toegenomen.
Meedoen
Meedoen is eenvoudig: tel gedurende een half uurtje de vogels in de tuin of op het balkon op vrijdag, zaterdag of zondag en meld de resultaten op tuinvogeltelling.nl. De app Mijntuinvogeltelling.nl helpt bij het herkennen van de vogelsoorten. Op zondagavond 26 januari maakt Vogelbescherming Nederland de top 10 van meest getelde vogels bekend.