Langere perioden met hittegolven en droogte worden het nieuwe normaal. Als gevolg daarvan zien we een mediterranisering van onze de Nederlandse flora. Dat meldt onderzoeksorganisatie Floron op de website Naturetoday.
De verandering in klimaat leidt tot een verschuiving in beplanting. De één z’n dood, is daarbij de ander z’n brood. De meeste grassen hebben maar korte wortels en leggen het loodje als zij te lang geen water krijgen. Vooral éénjarige kruiden profiteerden van de afgenomen grasbedekking, denk hierbij aan soorten als paarse dovenetel, grote klaproos en zachte en kleine ooievaarsbek. Ook tweejarige soorten zoals Gewoon jakobskruiskruid, Peen en Rode klaver profiteren van de vrijgekomen plekken.
Ten opzichte van overblijvende soorten hebben één- en tweejarige soorten het voordeel dat zij gemiddeld twintig dagen eerder bloeien dan overblijvende planten. Dat betekent dat zij hun kwetsbare bloeitijd al hebben gehad, en vaak al zaad hebben gezet, voordat de ergste hitte en droogte hun tol beginnen te eisen. Jakobskruiskruid en peen hebben daarnaast het voordeel van een lange penwortel waarmee ze langer toegang hebben tot water uit de grond. Ook zogenaamde C4-planten doen het opvallend goed in Nederland.
Overlevingsstrategie
Willen planten blijven overleven in Nederland, dan zijn zij gebaat bij aanpassingen die we veel zien bij planten die rondom de Middellandse Zee groeien. Denk hierbij aan beharing op de plant, of blad met een vet oppervlak. Hierdoor kunnen ze zuiniger met water omgaan. Daarnaast gaat het om planten die een zomerrust aanhouden; ze doorstaan de droogte en warmte als zaad, bol of wortelstok. In Nederland vinden steeds meer van oorsprong zuidelijke plantensoorten een plekje in de stad en de natuur. Bijvoorbeeld kransmuur, klein fakkelgras, bijenorchis en bokkenorchis.
Verliezers
Planten van vochtige en natte bodems en sloten, beken en rivieren hebben veelal sterk te lijden onder langdurige droogte, zeker als dat gepaard gaat met een sterke daling van het (grond)waterpeil. Tot op zekere hoogte kunnen zij doorschuiven langs de verschillende gradiënten (van hoog en droog naar laag en vochtig tot nat). Maar ook hieraan zitten grenzen.
Bloemrijke kruiden die niet gebouwd zijn op langdurige hitte en droogte produceren minder nectar en leggen het uiteindelijk af. Dit heeft weer gevolgen voor allerlei insectensoorten, die minder nectar tot hun beschikking hebben en hierdoor mogelijk ook verzwakken of sterven.
Ook in droog bos en hei zijn effecten waarneembaar, bijvoorbeeld beuk en struikhei hebben het zichtbaar moeilijk. Door heel Nederland laten beuken met te veel droogtestress hun bladeren vallen en ook veel heidegebieden zien er weinig florissant uit. Na de droge jaren van 2018, 2019, 2020 en 2022 zijn er tussen de bloeiende struikhei steeds meer bruine en afgestorven struikjes te zien.