De stemming onder ondernemers blijft in het derde kwartaal van 2023 onverminderd negatief. De negatieve teneur is terug te zien in vrijwel alle bedrijfstakken en het sentiment onder bedrijven is nu al ruim anderhalf jaar niet meer positief geweest. Daarnaast verwachten ondernemers minder inkooporders en investeringen dan een jaar geleden. Dit blijkt uit de laatste conjuctuurenquête (COEN) van het CBS, VNO-NCW, MKB-Nederland, KVK en het Economisch Instituut voor de Bouw.
De laatste COEN-enquête bevestigt het beeld over het ongunstige economisch klimaat voor bedrijven en laat duidelijk een opeenstapeling aan zorgen zien. „Ondernemers blijven somber gestemd over de economische vooruitzichten. Ze kampen met stijgende kosten (rente, lonen en grondstoffen) en zien nu ook de vraag naar hun producten of diensten afnemen.”
Voor het vijfde kwartaal op rij noemen steeds meer ondernemers ‘onvoldoende vraag’ als belangrijkste belemmering (16% nu tegenover 13% in kwartaal twee en 9% een jaar geleden). Voor het merendeel van de ondernemers blijft het tekort aan arbeidskrachten de belangrijkste belemmering voor hun bedrijfsvoering (41%).
Verwachtingen over inkooporders negatief
Naast de afnemende vraag zijn ook de verwachtingen over de te plaatsen inkooporders bij leveranciers negatief en lager dan een jaar eerder. Aan het begin van derde kwartaal van 2023 verwacht per saldo bijna 2% van de ondernemers een afname, terwijl vorig jaar nog bijna 5% uitging van een stijging. Ook de verwachting over inkooporders is voor het eerst sinds 2021 negatief.
Recessie
Woensdag kwam het CBS met economische groeicijfers voor het tweede kwartaal. Volgens de eerste berekening van het CBS daalde het volume van het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal van 2023 met 0,3% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. In het eerste kwartaal daalde het bbp met 0,4%.
Een economische krimp in twee opeenvolgende kwartalen houdt in dat de Nederlandse economie officieel in een recessie is beland. Het gaat om voorlopige cijfers; op 22 september komt het CBS met een nieuwe berekening. In de regel wijkt deze niet meer dan 0,1% af.